Naschrift over Woord en Geest

Leidsche Kerkbode. Orgaan voor de Gereformeerde Kerken van de Classis Leiden

6e jaargang, onder redactie van H.J. Kouwenhoven e.a.
Leiden (Nieuwe Leidsche Courant) 1927v
nummer 17 (geen paginering) (26 augustus 1927)

a

Onze lezers hebben gelezen, wat ik schreef in „De Bazuin” en weten, dat Ds. v.d. Brink mij als schrijver van onwaarheden ten toon stelde b. Ik vond het citaat, waarop ik doelde, deze week. In de „Overtoomsche Kerkbode”, Officieel orgaan van de kerk(en), die Dr. Geelkerken volgen, vond ik onder Officieele mededeelingen van Haarlem, o.m. dezen zin (nr. van 17 Juli 1927):

„Vergadering van de leden der gemeente . . .

Ds. H.C. v.d. Brink, als consulent, opent de vergadering . . .

Deze vergadering is mede het gevolg van de pas gehouden classis, in het bijzonder van haar besluit, om . . . een bidstond te houden . . . Doel van dezen bidstond is niet alleen de nooden onzer kerken, maar ook die der „Asser” kerken . . . den Heere op te dragen.

Per briefkaart heb ik Ds. v.d. Brink op deze passage gewezen. Dat de onwaarheid aan zijn kant ligt, is nu wel bewezen.

K. Schilder.

a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Enkele opmerkingen inzake „Woord en Geest”’ III, Leidsche Kerkbode 6 (1927v) 16 (19 augustus 1927).

b. Vgl. Hendrik Christiaan van den Brink (1866-1947), ‘Onjuist’, Woord en Geest 2 (1926v) 46,350v (12 augustus 1927).