Naschrift (bij ingezonden)

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (J. Sizoo) 1919v
nummer 7 (geen paginering) (3 januari 1920)

a



Hardinxveld, 22 December 1919.

Weleerwaarde Heer en Br.!

Veroorloof mij de vrijheid, op uw vraag in onze Classicale kerkbode van 20 Dec. j.l. eenig antwoord te geven.

In „het kindeke Jezus en de groote menschen” komt gij tot de vraag: „Of is het ook niet onze groote gebrekkigheid, dat wij van het Kerstfeest van het kindeke Jezus, zooveel — hoewel niet te veel — spreken en op Goeden Vrijdag als Hij het hoofd buigt en den geest geeft, volstaan met één avondbeurt voor een half bezette kerk”.

Mijn antwoord hierop is wat ik zestig jaar geleden van een predikant der Chr. Afgesch. hoorde:

1e. Wij herdenken Zijn dood speciaal met het H. A.

2e. De Geref. Kerken hebben nooit besloten dien dag als feestdag te erkennen, en

3e. (hoofdzakelijk) om niet zamen te gaan met hen die den martelaaar herdenken en daarin Zijn Godheid loochenen.

Het is dus eerwaarde Redacteur voor mij geen gebrekkigheid van ons volk doch het tegenovergestelde.

Met dank voor plaatsing in onze Kerkbode.

Uw broeder in Chr.,

W.H. SWETS.

Naschrift. De argumenten van inzender hebben mijn opinie niet gewijzigd. Br. S. kan niet ontkennen, dat ’t drukke Kerstfeest méér belangstelling vindt dan de stille Goede Vrijdag en ook voor ’n massa menschen veel „mooier” is dan de avondmaalsbediening. Hij zal ook wel eens gehoord hebben van stampvolle kerken bij ’t Kerstfeest en van leege banken bij de viering van het avondmaal. Ik spreek niet over Hardinxveld maar over Nederland.

Wat zijn tweede opmerking betreft: in de eerste plaats is de erkenning van een historisch feit, nog geen argument om ons verder te helpen in dogmatisch inzicht en in de tweede plaats is de saamroeping vanwege den kerkeraad tot den Goeden Vrijdagavonddienst toch zeker gewichtig genoeg om daaraan gevolg te geven. Er blijven er meer thuis dan verhinderd zijn. Voor het derde argument voel ik absoluut niets. Als men bang is, dat in de Gereformeerde kerken Christus als martelaar gezien wordt, dan vind ik de 7 lijdensweken op z’n minst 7 keer zoo gevaarlijk als één Goede Vrijdagdienst. Zoodat ik moet blijven bij mijn gevoelen.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Het kindeke Jezus en de groote menschen (Bij het Kerstfeest)’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 7 (1919v) 6 (20 december 1919) en later nog ‘Goede Vrijdag’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 7 (1919v) 11 (28 februari 1920).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000