Goede Vrijdag

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (J. Sizoo) 1919v
nummer 11 (geen paginering) (28 februari 1920)

a

Br. H.W. Swets zond ons weer een schrijven, waarvoor we geen plaatsruimte hebben, doch dat we even in ’t kort willen beantwoorden.

Zijn bezwaren tegen den Goeden Vrijdag zijn dezelfde als van een vroegeren „Chr. afgesch.” predikant: a. de Roomschen verafgoden ’t kruis (maar ze „spelen ook kribbetje”; moeten we daarom ook ’t kerstfeest afschaffen?); b. de Groninger school vereert in Jezus den martelaar (preek dan daartegen in de lijdensweken en — jaag uw menschen met een leegen preekstoel niet naar de kerk van den Groninger toe); c. de datum van Jezus’ sterven is onbekend (van Zijn geboorte ook, zelfs het jaar van Zijn geboorte is 4 jaar verschoven, maar wie stoort zich daaraan?) d. we hebben hier te doen met een overtuiging van de volksziel in deze streek (in deze streek; juist, of, liever nog, in een gedeelte van deze streek; maar hier is slechts een stukje van ’t volk; en ook kan de volksziel niet uitmaken wat goed is. De dordtsche leerregels waren ook tegen de volksziel; als daar eens over gestemd was . . ., ik vrees . . .)

Ik meen, br. Swets eerlijk aan ’t woord te hebben doen komen. En ik blijf bij mijn gevoelen. Zoolang ook in onze omgeving de volksziel ’t Kerstfeest hooghoudt, maar met den Goeden Vrijdag het slechts zoo-zoo neemt, zie ik een gebrek, niets minder.

K. S.

a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Naschrift (bij ingezonden)’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 7 (1919v) 7 (3 januari 1920).