„De lente des levens”

Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen

onder Redactie van de Gereformeerde Predikanten, nummer 46 (geen paginering) (13 oktober 1917)

a



A.s. Woensdag hoopt in het gebouw „Liefde en Vrede” op uitnoodiging van de gereformeerde Jongelingsvereeniging op te treden Prof. Dr. T. Hoekstra, met het onderwerp: „De lente des levens

Ik kan den lezers verzekeren, dat deze lezing „mooi” zal zijn. Niet alleen, omdat bij dezen spreker de vorm steeds bekoort, maar inzonderheid, omdat Prof. Hoekstra in zijn onderwerp geheel thuis is, zooals onlangs overduidelijk bleek uit de rectorale oratie, die onder den titel „Psychologie en Catechese” door den hooggeleerden schrijver in het licht gegeven is b. De auteur geeft daar een zóó frisch en zóó interessant beeld van de jeugdperiode van den mensch, dat niemand behoeft te twijfelen aan de levendigheid van voorstelling in het bespreken van bovengenoemd onderwerp. Over de „lente des levens” is al heel wat gedicht, gedweept, gebazeld en gerijmd, maar er zijn maar weinigen, zelfs onder de jeugd-poëten, die weten, wat de zich ontwikkelende menschenziel doormaakt en bewust ondervindt of onbewust ondergaat. Prof. Hoekstra, dien ik van zijn colleges ken, is iemand, die niet met frases en met algemeenheden komt en die zijn onderwerp niet zal behandelen door een bloemlezing te geven van alle reeds tot vervelens toe gerepeteerde betuigingen in proza en in rijm, dat de lente des levens toch zoo mooi is; maar die op klare en dáárom bekorende wijze de wordende en rijpende ziel teekenen zal, óók in den strijd dien ze doorleeft.

Ik wek dus allen, die kunnen, op, de lezing bij te wonen. Niet alleen de jongelingen, ook de „jongedochters”, want die worden zeker ook genoemd, als het over de levenslente gaat. Niet alleen de „rijpere jeugd”, maar ook de vertegenwoordigers der „gerijpte jeugd” van den middelbaren leeftijd. Ze kunnen nog wat leeren, dat ze dient in de leiding van de jonge menschenziel. En voor de „grijsheid” zal een herinnering aan de levenslente vanzelf levenwekkend zijn. De oude menschen in de schrift hebben ’t trouwens nog heel vaak over hun jeugd. Men denke aan Ps. 7117, Ps. 257, 1 Sam. 122, 1 Kon. 1812, Job 294. Dat ook zij dan komen, want herinnering is een schat en de geschiedenis is openbaring van wijsheid Gods.


K.S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.

b. Vgl. Tjeerd Hoekstra (1880-1936), Psychologie en Catechese, Nijverdal (Bosch) 1916.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000