Muzikaal postludium

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (J. Sizoo) 1919v
nummer 12 (geen paginering) (13 maart 1920)

a

Er zijn enkele lezers geweest, die gemeend hebben, dat ik in het slot van het artikel „Kerk en Kunst” bedoelde, de organisten van de kerk van Gorcum in ’t zonnetje te zetten. Wie dit mocht gedacht hebben, overwege mijn vriendelijk verzoek om een weinig aan de studie van het verband te doen. Heb ik niet gezegd, dat ik over heel Nederland sprak? Had ik het ook niet over smakelooze kerken? En moet men nu ook concludeeren, dat de kerk van Gorcum volgens mij „smakeloos” is? En heeft ’t orgel van Gorcum soms ’n tremolo? Mocht iemand nog twijfelen, hij vrage van den uitgever te Vlaardingen een exemplaar van de Geref. Kerkbode van Vlaardingen van 15 Juli 1919. Hij zal daar in een reeds toen van mijn hand in dat blad verschenen artikel precies ’t zelfde vinden; (toen kende ik nog geen enkelen organist van Gorcum). Dit artikel was door mij voor 2 weken in der haast genomen, omdat de drukker copie behoefde en er toch iets moest zijn, dat de nog niet ingekomen meditatie kon vervangen. Ik heb beter werk te doen, dan publiek menschen te kijk te zetten, die ik elk oogenblik bereiken kan en — die gratis arbeiden.

K. S.

a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Kerk en kunst’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 7 (1919v) 11 (28 februari 1920) en ‘Kerk en kunst’, Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen Nr. 137 (12 juli 1919).