Weleerw. en Eerw. Broeders.
In Uwe vergadering is de door den Ger. Kerkeraad van Elst (Gld.) U toegezonden circulaire in zake kerkbouw misschien reeds behandeld; misschien nog niet. Hoe het zij, laat mij, door welwillende beschikking daartoe in staat gesteld, door middel van Uw Kerkbode, de belangen van Elst U nog eens op het hart binden. Dat is noodig. Onbekend maakt onbemind. Zoo U echter de bijzondere omstandigheden wist, U zoudt direct zeggen: „daar moet flink hulp worden geboden!”
De kerk werd hier in 1916 geïnstitueerd en sinds, gecombineerd met het ± 15 K.M. verder gelegen Westervoort, door mij gediend. Beide kerken zijn klein, maar spannen zich ten zeerste in voor den Dienst des Woords. Voor matigen prijs huurde Elst een locaal. Maar dit neemt met 1 April een einde. De Herv. Evangelisatie krijgt het in gebruik.
In de plotseling ontstane behoefte kan Elst zelf niet voorzien, en toch is het hebben van een kerkgebouwtje voor haar een bestaansquaestie. In eigen kring werd f 1200 geofferd voor een stukje grond. Maar dan is er nog ± f 15000 noodig. En daar voortaan de onkosten voor koster enz. voor onze rekening komen, verstaat U wel, dat de rentelast te zwaar zal zijn — aan aflossing moet ik dan nog niet denken, en evenmin aan een eigen pastorie — zoo niet van het bouwkapitaal een flink gedeelte door de zusterkerken wordt samengebracht.
Anders dreigt het gevaar, dat de kleine groep Geref. het zelfstandig bestaan als plaatselijke kerk niet kan volhouden. En denkt U dat nu eens in! Dat het Geref. kerkelijk leven hier zou kwijnen, straks verdwijnen! En dat in de Betuwe, waar dit leven al zoo gering is! Dat wilt U toch niet?
Daarom, Broeders, wil ik U toeroepen: „Laat Elst niet in den steek. Helpt het, evenals gij Kootwijk gedaan hebt. Neemt het besluit om niet maar een (paar) gulden(s) ons te zenden, doch een collecte voor ons te houden. Is Uw besluit reeds in anderen zin gevallen, — herziet het dan in dezen geest!”
Moge de genade Gods, die in de gemeenten van Macedonië (2 Cor. 8) eenmaal werkte, U in dien weg leiden!
Na broegergroete en heilbede,
Uw dw. br. in Chr.
S. de Vries,
Geref. Pred.
K. S.
