Register Project Neocalvinisme

Vossius, Gerardus Joannis (1577-1649)





Bio

Nederlands remonstrants theoloog en filoloog, doceerde aan het Athenaeum illustre te Amsterdam.

Werk

Christelijke Encyclopaedie1 V,649

Vossius (Gerhardus Johannes) werd in ’t voorjaar van 1577 in de nabijheid van Heidelberg uit Nederlandsche ouders geboren en overleed op 17 Maart 1649 te Amsterdam. Hij studeerde eerst aan het Staten-College te Leiden en werd op 21 September 1595 in het album studiosorum der Leidsche Universiteit ingeschreven. Vooral met Hugo de Groot werd hij bevriend. In 1598 werd hij magister artium. In 1600 werd hij rector van de Latijnsche school te Dordrecht. In 1615 werd hij regent van het Staten-College te Leiden. In 1619 had hij zich voor de Leidsche Synode te verantwoorden. Wel erkende hij, dat het geloof een vrucht was volgende op de verkiezing en hij geen Remonstrant gemaakt of uitgebroed had, maar de uitdrukking in zijn werk Historia Pelagii, dat de gehoorzaamheid van Christus de onze wordt door navolging, wekte argwaan. Ook werd afgekeurd, dat hij den eenen dag had gecommuniceerd met de Contra-remonstranten en den anderen dag met de Remonstranten. (Kist en Royaards, Archief voor de Kerkgeschiedenis, deel VII, Leiden, 1836, bl. 79, v.v.). Ondertusschen was hij reeds als regent van het Staten-College ontslagen en door Festus Hommius vervangen. In 1622 droegen de Curatoren der Leidsche Universiteit hem de professuur op in de rhetorica, de chronologie en 3 jaren later in de Grieksche taal. In 1624 wees hij een benoeming tot hoogleeraar aan de Universiteit te Cambridge af. In 1632 trad hij als professor op aan het pas opgerichte Athenaeum te Amsterdam en inaugureerde hij op 8 Januari van dat jaar De historiarum utilitate. Vooral Joost van den Vondel bewonderde den geleerden en beroemden Vossius. Zijn Opera Omnia verschenen in VI deelen in druk. Ook schreef hij een Grammatica Latina. Als historicus had hij eveneens zijn verdienst. Zijn tweede vrouw was Elisabeth Junius, een dochter van den bekenden Leidschen professor (J.D. de Lind van Wijngaarden, Antonius Walaeus, Leiden, 1891, bl. 38 en 78; A.C. Duker, Gisbertus Voetius, I, 1897, bl. 293 en 298; L.A. Rademaker, Didericus Camphuysen, Gouda, 1898, bl. 21; Chr. Sepp, Het Godgeleerd Onderwijs enz., deel I, Leiden, 1873, bl. 91, v.v.; J. Reitsma, Geschiedenis van de Hervorming enz., Utrecht, 1916, bl. 557 v.v.).

Dr H. Kaajan






deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001