Prinses Beatrix

De Reformatie

18e jaargang, Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1937-1938
19,186 (4 februari 1938)

a



Met groote blijdschap heeft ons volk de geboorte van Prinses Beatrix Wilhelmina Armgard vernomen; en met name onze kerken hebben God er voor gedankt in vele afzonderlijk belegde samenkomsten. „Beatrix” wil niet, zooals door de A.V.R.O. gezegd is, vertaald worden als „gelukkige”, doch als: „eene, die gelukkig maakt”, die vreugde geeft, tot zegen is. Inzooverre in den band tusschen volk en Vorstenhuis de genade Gods erkend en verbeid wordt, kan, onder inwachting van Gods zegen, inderdaad de verwachting, in dezen naam uitgesproken, worden gedeeld.

De naam Beatrix is reeds vaak aan prinsessen gegeven. Luïscius b vermeldt o.m. Beatrix, de gemalin van Keizer Frederik I (gehuwd 1156). Toen zij „de nieuwsgierigheid had”, Milaan te gaan bezien, zetten „eenige muitelingen de princesse achterwaards op een ezelin, en gaven haar de staart, in plaats van een toom, in de hand, en leiden haar zoo door de gehele stad”. Waarna Milaan door den Keizer verwoest is; de grond werd „met zout inplaats van met koorn bezaait”. Ook de Koningin van Napels, Sicilië, etc., gehuwd in 1245 met Karel, zoon van Lodewijk VIII, Koning van Frankrijk, heette Beatrix; zij had een dochter van dien naam, gehuwd met den „titulairen keizer” van Constantinopel. En er zijn nog heel wat andere van dien naam; Luïscius geeft alleen voorbeelden uit den ouden tijd.

Naar gemeld werd, is thans de naam gekozen om zijn beteekenis. Men mag aannemen, dat met name ook tegenover dezen tijd van revolutionaire „muitelingen”, die zich tegenwoordig wel anders uiten dan in Milaan destijds geschied is, de verbindende en conserveerende kracht, die in den samengang van Nederland en Oranje ons allen toespreekt, ook den Vorstelijken ouders heeft voor oogen gestaan, en dat zoo de keuze van dezen door niemand verwachten naam uitdrukking wilde geven aan het verheugende feit, dat weer nieuw leven kwam in het Oranjehuis, dat zoo stil geworden was, toen een moeder en een dochter alleen waren overgebleven. En in deze richting gaande, hebben de gedachten van de ouders van Prinses Beatrix ongetwijfeld die van ons volk ontmoet.

Zoo wees ook deze naamgeving naar een eenheid, die in Christus’ geest ga rusten.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.

b. Vgl. Abraham George Luïscius, Het algemeen historisch, geographisch en genealogisch woordenboek, vervattende, de gehele werreldlyke geschiedenis . . . als ook, de gehele kerkelyke geschiedenis . . ., wyders, een geographische, historische en staatkundige beschryving van alle de keizerryken, koningryken . . . voorts, een uitvoerige genealogische beschryving van alle doorluchtige . . . geslaghten door de gehele werreld . . . door A.G. Luiscius . . . In ’s Gravenhage, by Pieter Husson . . . Te Delft, by Reinier Boitet, 1724-1727, 1724-1737 (acht delen, deel 5-8 verschenen in ’s-Gravenhage bij Johannes van Duren).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000