Het eigen karakter der Christelijke School

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven

16e jaargang, onder redactie van K. Schilder,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1936-1937
9,68 (29 november 1935)

a



Verleden week hebben wij een ontstellend stuk uit het „Paedagogisch Tijdschrift” geciteerd, waarin tot over de duidelijkste geloofsinhouden gesproken werd op een manier, die het christelijk geloof in het hart snijdt. Het zou echter gevaarlijk zijn, te verzwijgen, dat er ook andere symptomen zijn. Ter teekening van de situatie is het goed, aan het verleden week gezegde nog iets toe te voegen.

Er is n.l. bij de N.V. J.H. Kok, Uitg.-Mij te Kampen, verschenen een boek van den heer A. Janse, „Het eigen karakter der Christelijke School”. b Het boek in zijn geheel lazen wij niet. De mogelijkheid blijft dus, dat er dingen in staan, die mijn instemming niet zouden kunnen hebben. Laat ik er dadelijk aan toe mogen voegen, dat ik op zoo iets niet reken. En dat in elk geval dit boek een prachtig getuigenis is tegen de heerschende synthese van onzen tijd. Heel duidelijk blijkt dat o.m. (!) in hoofdstuk 11, Barthiaansche paedagogiek, waarin gewezen wordt op enkele uitlatingen, ook in Nederland, die het doorslaand bewijs leveren, dat de Barthiaansche invloeden ook hier op paedagogisch terrein ingang vinden. Zelf heb ik onlangs, sprekende te Rotterdam over onze scholen te midden van de geestelijke crisis van dezen tijd, gereflecteerd o.m. op een artikel van Ds J.C. van Dijk, Ned. Herv. predikant te Bloemendaal, die uit Barthiaansehe grondgedachten rechtstreeksche conclusies trok voor het onderwijs. Het verblijdt mij, dat de heer Janse in zijn boek eveneens hier de aandacht aan geeft. Het wordt meer en meer tijd dat men weer op eigen beenen gaat staan, zich indenkt wat de belijdenis zegt, en zich goed er van doordringt, dat de gereformeerden tegenwoordig, de belijdenis handhavende, numeriek in de minderheid zijn, ook al zijn er maar weinigen, die hun afwijking van de belijdenis zich bewust zijn, en dus in staat zijn, te overwegen, of zij ook aan de wereld daarvan kennis zullen geven.

De schrijver van dit boek heeft pas een jubileum gevierd. En al mag een boekbespreking niet verloopen in een verhaal omtrent een persoons-geschiedenis, wij willen toch de gelegenheid aangrijpen, dit boek, dat een echt jubileums-geschenk van den schrijver is, aan al onze paedagogen aan te bevelen. Zij kunnen dan voorloopig weer gewapend man zich voelen tegenover het syncretisme, welks wateren den bodem, waarop zij staan, en waarin hun vaders „te rusten zijn gelegd”, ondergraaft.

Tot mijn blijdschap keert de schrijver zich ook tegen de Montessori-theorie en -praktijk. In verband daarmee handelt hij ook over een rede van Prof. Gerbrandy, om welke rede men verleden jaar nogal stof liet opdwarrelen. De heer Janse doet daaraan niet mee, maar geeft een rustige, principiëele bespreking.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.

b. Vgl. Antheunis Janse (1890-1960), Het eigen karakter der Christelijke School, Kampen (J.H. Kok) 1935.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001