De kerk onder staatstirannie

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven

16e jaargang, onder redactie van K. Schilder,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1936-1937
2,10 (11 oktober 1935)

a



Zij, die nog altijd gelooven, dat het nogal schikt met de duitsche kerkvervolging, worden door de feiten toch wel in het ongelijk gesteld.

In Trebbin (Kreis Teltow) is onlangs een noodkapel volledig verwoest, nadat een demonstratie voorafgegaan was. De „belijdenis-christenen” vergaderden daarna in een particuliere werkplaats. De burgemeester berichtte toen, dat deze plaats overeenkomstig de bepalingen moest gelden als „profaan” 1) en dat het daarom verboden was, aldaar godsdienstige samenkomsten te houden. Zijn Edelachtbare was zoo vriendelijk, dit te schrijven op Maandag 12 Augustus, en dan meteen te berichten, dat het verbod al gold voor den volgenden Zondag.

In Westfalen ontvingen eenigen tijd geleden vijf predikanten een verbod zoowel van spreken als van verblijf. Een der predikanten werd in verhoor genomen uit oorzaak van zijn prediking, maar drie dagen vóór het verhoor was al het bevel tot zijn uitwijzing gedateerd. Ettelijke predikanten worden voor een tijd door een verbod van spreken getroffen of ontslagen. Men betaalt weer duizenden Marken boete.

Er is trouwens meer, dat ons herinnert aan de dagen van de Afscheiding in Nederland. In Langd had de gemeente een „belijdenispredikant” gekregen, door bemiddeling van den z.g. broederraad. De landsbisschop, die er van hoorde, benoemde een tweeden predikant. Deze heeft twéé Zondagen gepreekt, onder geleide van twee collega’s, en met behulp van den koster. Hij belegde een tegendlenst met eerst 10, daarna 4 hoorders. De gemeente zelf bleef met haar „belijdenis-predikant” na den morgendienst en na den daarop volgenden kinderdienst in de kerk zitten voor een daarbij aansluitenden dienst, en bleef zóó lang met den „belijdenis-predikant” in het gebouw, totdat de heeren van buiten vertrokken waren. Intusschen verscheen een berichtje in de pers, dat de zooeven bedoelde, door den bisschop benoemde predikant, in zijn intreepreek had uiteengezet, hoe de arbeid van predikant en van elk gemeentelid zich moest gronden op den bijbel en . . . de belijdenis.

Wat het hooger onderwijs betreft: Prof. Emil Weber is verplaatst van Bonn naar Münster. In zijn plaats treedt nu Lic. H.W. Schmidt. Deze behoort tot de „Duitsche Christenen”. Door deze benoeming is de faculteit van Bonn zóó grondig omgebouwd, dat zij niet meer in aanmerking komen kan voor rechtzinnige studenten. Ook al onder invloed van zulke feiten is de behoefte ontstaan om de Theol. Hoogeschool te Elberfeld om te bouwen, uit te breiden.

Dit is nog maar een klein gedeelte van wat zoo te melden viel. Wij hopen nog wel eens meer van deze berichten door te geven.


K. S.




1. In IJmuiden en elders hebben de N. S. B.-ers ook verkondigd, dat men politieke zaken (zelfs in beginseltoetsing) niet mocht bespreken in een kerkgebouw; zulke „profane” dingen moesten in een „profane” ruimte gebeuren.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Staatstirannie over de kerk’, De Reformatie 16 (1935v) 4,26 (25 oktober 1935).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001