N.S.B.-laster

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven

15e jaargang, onder redactie van K. Schilder, C. Tazelaar en J. Waterink,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1934-1935
11,90 (14 december 1934)

a



Eenige weken geleden meldde ik den onsmakelijken laster, dien de N.S.B. in haar orgaan zich permitteerde in een bepaald geval. Sinds heeft — buiten mij om — iemand den heer Mussert in particulieren brief met de stukken bewezen, dat de laster allen grond mist.

Maar van herroepen is geen sprake.

En dat, waar mijnerzijds dadelijk van het begin af ook uit brochure IV is geciteerd (men weet dit, want men stenografeerde) en van het bijvoegsel, zoodra ik wist, dat het bestond, in lezing en hier in de pers een bespreking is begonnen. |90c|

Een van beide: de heer Mussert handelt in dergelijke gevallen zelf even gewetenloos als de lieden, die zijn krant met zulke laagheden vullen, òf, als hij zelf wat beter wil, maar niet zijn omgeving af durft vallen, hij is geen leider, doch wordt geleid.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001