Kohnstamm en Karl Barth

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven

7e jaargang, onder redactie van V. Hepp, K. Schilder, C. Tazelaar en J. Waterink,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1926-1927
10,79 (3 december 1926)

a



Eveneens is het ds P. v. Dijk die ter zelfder plaatse zegt:

Het is beschamend, dat tegenover sommiger gedweep met Barth, in wien we — lees b.v. zijn Romeinen 3, blz. 215 — werkelijk zooals Kaajan zeide geen Calvinus redivivus begroeten moeten, Prof. Kohnstamm ons moet waarschuwen, gelijk hij het voor een paar weken deed; dat hij Prof. Haitjema’s boek over Barth niet aanbevelen kon, omdat hij „daardoor ontrouw zou worden aan Hem, dien ik mijn Heer weet”. Want hij moet zich verzetten „tegen elke poging om hem en anderen te scheiden van den historischen Jezus! — —

Eenzijdig en vooringenomen. Prof. Kohnstamm is geen vereerder van Barth, het is bekend, maar Dr Ubbink, Herv. pred. van Souburg, is dit wel en van hem lazen we in ander verband:

„Dit houdt allerminst in, dat de historische Jezus voor hem (Paulus) een indifferente laat staan een negatieve grootheid is zooals Barth het wil doen voorkomen.”


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2002