Rectificatie

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde Leven

6e jaargang, onder redactie van V. Hepp, K. Schilder, C. Tazelaar en J. Waterink,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1925-1926
5,35 (30 oktober 1925)

a



In de persschouw van verleden week schreef ik in verband met de kwestie-Geelkerken o.m.:

„Maar wie weet niet en wil ook niet erkennen, dat het Koninkrijk Gods wijder zich uitstrekt dan de Gereformeerde Kerk? Dr G. heeft — alweer volgens de bladen — van deze gedachte een motief gemaakt bij zichzelven voor een eventueelen afscheidsgroet.”

Een lezer uit Amsterdam merkt op, dat dit bericht niet juist is, en dat ik blijkbaar niet alle bladen gelezen heb, die over de zaak schrijven; hetgeen ik overigens van ieder menschenkind onderstel. De opvatting van den schrijver wordt dan nader bevestigd door verwijzing naar een bericht in „De Telegraaf” van 12 October ’25, dat aldus luidde:

„In ons ochtendblad van Vrijdag l.l. werd in een artikel van een medewerker gesproken over een onderhoud met Dr G. en eenige vooraanstaande Kerkeraadsleden. Deze benaming „onderhoud” was onjuist; onze medewerker had zijn over het geheel wel juiste indrukken van particuliere gesprekken in bedoeld artikel samengevat. Deze verkeerde betiteling heeft mogelijk tot een ongunstige gevolgtrekking aanleiding kunnen geven, waarom wij deze aangelegenheid hierbij gaarne tot haar juiste beteekenis terugbrengen. Van het echte onderhoud, dat wij hedenmiddag met Dr G. hadden, zullen onze lezers in het avondblad van Zaterdag een verslag kunnen vinden.”

Deze correspondent dank ik vriendelijk voor zijn nader bericht. Het spreekt vanzelf, dat ik de aan het eerste bericht (welks herroeping ik niet gelezen had) vastgeknoopte opmerking bij dezen gaarne terugneem.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘De vragende pers’, De Reformatie 6 (1925v) 4,31 (23 oktober 1925).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001