Occultisme en wetenschap

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde Leven

6e jaargang, onder redactie van V. Hepp, K. Schilder, C. Tazelaar en J. Waterink,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1925-1926
2,15v (9 oktober 1925)

a



Dr C.J. Wijnaendts Francken merkt in „De Groene Amsterdammer” op:

Wat het medium tot stand brengt, is nimmer uitstijgend boven zijn geestelijk niveau. Nimmer ook zijn er met volstrekte en allen twijfel buitensluitende zekerheid onthullingen vastgesteld van iets, dat aan geen der aanwezigen bewust of onbewust bekend was en waarvoor dus een |16a| telepathische verklaring onvoldoende zouden wezen. Die zoogenaamde onthullingen toch behoeven niet anders te zijn dan op het medium overgedragen onbewuste herinneringen van die aanwezigen. Van groote beteekenis zijn hier ook de suggestie en de autosuggestie (bijv. bij fakirs met hun collectieve hypnotiseering), waarbij zich aansluit het zich met allerlei kunstmiddelen in een staat van geestvervoering brengen, zooals dat reeds bij de priesteressen van Delphi placht te geschieden. Vele der occultistische verschijnselen ook zijn te verklaren uit opwellingen van het onderbewustzijn, gelijk wij die vinden in droom en hypnogogische toestanden, zonder dat zij behoeven te worden toegeschreven aan werkingen van buiten. Zoo bijv. het automatisch schrift met behulp der planchette enz.

Zoo zijn vele der zoogenaamde occultistische phaenomenen te duiden en op te helderen langs een natuurlijken psychologischen weg. Ook al blijven er hier als elders nog vele onverklaarde verschijnselen over, er bestaat daarom geen reden ons gedwongen te voelen tot de aanneming van bizondere, nevelachtige, duistere en buitengewone psychische krachten. Men doet zeker wijzer niet daartoe zijn toevlucht te nemen, zoolang er nog geen absolute behoefte aan bestaat. Laten wij liever wat sceptisch wezen dan ons voorbarig te begeven in allerlei gewaagde veronderstellingen en schijnverklaringen, die noch de zielsrust bevorderen noch tot ’s menschen geluk bijdragen. Er blijft ook zonder dien stof te over om op vruchtbaarder wijze onzen geest bezig te houden en nuttig werkzaam te zijn.

Voor Gereformeerden is dit niet nieuw meer. Maar het kan goed zijn te bedenken, dat zulks hier wordt gezegd, in de Groene, wel te verstaan.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001