Geestelijke flora

De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven

5e jaargang, onder redactie van V. Hepp, K. Schilder, C. Tazelaar en J. Waterink,
Goes (Oosterbaan & Le Cointre) 1924-1925
33,263 (15 mei 1925)

a



Wie het schreef en waar doet niets ter zake, aangezien het alleen loopt over de beginselen der uitleg- en predikkunde. Maar dezer dagen is aan de bloemententoonstelling te Heemstede een beschouwing vastgeknoopt, die de bloemen vergeestelijkt op de volgende manier:

Immers zonder bloemen zou een mensch nog wel kunnen leven en toch wordt aan hem boven ’t noodzakelijke, ook nog het aangename gelaten. Stroomen van vurige tulpen spellen in symbolische taal de gerechtigheid van den Schepper. Bedden met blauwe bloemen, als zuidelijke meren den hemel weerkaatsend, jubelen van onveranderlijke trouw. Als sneeuw bedekte velden liggen daar de akkers met witte kelken gevlokt, zingend een bruidslied van reinheid en de |263c| gele pronk roept ons weer op, om te haten alle kwade paân.

Als de zangtijd genaakt, roept de bruidegom uit: „de bloemen worden gezien in ’t land”. En de meerdere Salomo verklaart zelf, dat Hij er prijkt als de roos van Saron en als de lelie van Dalen. Wat is er schooner in den Hof dan de roode roos, verkondigend, dat ’t bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden? Hoe verspreidt zijn vreeze des Heeren, de aangename geuren. Welk een verheugenis schenkt die lelie der Dalen, als ’t goddelijk blank meldt de heiliging der kinderen Gods. Maar ook de geloovigen zijn als bloemen in dien hof geplant. Zij zijn een planting van Zijn hand, een werk van Zijn vingeren, waarom ze dan ook beschreven worden, als leliën tusschen de doornen. — Gods werk in ’t hart van ieder geloovige, is nog temidden van doornen der zonde.

Ik kan ’t niet helpen, dat deze orthodoxe kritiek op den bijbel mij schadelijk dunkt te zijn. We behoeven, om over de bloemen te preeken, heusch niet van dergelijke fantasieën gebruik te maken. Wie niet over bloemen preeken kan of wil door eenvoudige uitlegging van bijbelplaatsen, welke de bloemen direct bezien onder het licht der openbaring, moest liever de tentoonstellingen maar laten zwemmen en exegese gaan studeeren. Op die manier brengt men de hoorders in de war, (want de vergeestelijking kan honderd andere zijwegen inslaan), brengt op den kansel iets anders, dan wat met souverein gezag komt als openbaring van God en geeft den buitenstaander argumenten in handen voor de verwerping van het Hooglied, dat immers zóó slechts in verwrongen vorm tot hen komt. Christus de lelie van Dalen! De valsche mystiek werkt graag met verkleinwoorden. Zoo zal ze vanzelf onder de bloempotjes en de tuinbedjes van de houders van lelietjes-van-dalen de theologie gaan bedelven. En aan wien de schuld? Is Psalm 104 voor niets gedicht? En de bergrede vergeefs gesproken? Daar liggen de gegevens voor vrome preeken over bloemen en over zielen en over God opgestapeld.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001