Meer dan Salomo

Leidsche Kerkbode. Orgaan voor de Gereformeerde Kerken van de Classis Leiden

5e jaargang, onder redactie van W. Bouwman e.a.
Leiden (Nieuwe Leidsche Courant) 1926v
nummer 33 (geen paginering) (17 december 1926)

a



Vergelijkt de Samaritaansche vrouw Jezus met Jakob, Hijzelf noemt zich tegenover Salomo. Hij zegt zelf: Meer dan Salomo is hier. (Matth. 12 : 42).

Tracht u Salomo’s wijsheid maar niet voor te stellen. Van zijn 3000 spreuken en 1005 liederen is maar een héél klein deel bewaard gebleven.

Neen, een voorstelling kunt ge u niet vormen. En toch moet gij nog boven dien Salomo, die reeds voor u niet na te rekenen is, den Christus Gods verheffen. Van Salomo kunt ge nog afkomen, maar van Christus niet. Reeds daarin is hij de Meerdere. Salomo staat van den gewonen man zoo heel ver af. Zijn wijsheidsvonnissen worden in het paleis geveld, en hoeveel schildwachten staan daar niet voor de poort? Men kon over Salomo’s wijsheid droomen, gelijk over een sprookje. Maar Jezus is „hier”. Hij staat midden onder de massa, en die moet met Jezus’ meer-dan-salomonische-wijsheid maar zien klaar te komen. Men kan Salomo’s wijsheid zich zoo eens laten vertellen in droomige uren of onder een klapperboom; en wilt ge er niet van weten, nu ja, Salomo’s wijsheid is aristocratisch genoeg om u niet lastig op de hielen te zitten. Salomo zit „daar”, ginds, in zijn paleis. Maar „hier” is Jezus. Wie ontkomt aan Hem?

Ja, Salomo is wijs; maar alwijs is Christus. Salomo maakt spreuken, die men tellen, en liederen, die men nummeren kan. Maar Jezus heeft maar eene spraak, en hij heeft maar een thema. Van Salomo hebt ge ’n bloemlezing; gij kunt een deel van hem opnemen. Maar van Jezus moet gij alles hebben; alles of niets. Salomo denkt over de boomen en over het vee en over het kruipend gedierte en de visschen. Maar Jezus hoort het gansche schepsel zuchten. b Salomo knecht de natuur aan de genade; cederen van den Libanon maakt hij tot tempelhout. Maar Christus wil de natuur vullen met de genade; laat de cederen maar staan, zegt hij; want overal is een tempel, waar in geest en waarheid gebeden wordt. c

Daarom is Christus’ wijsheid zoo critiek voor ons. Salomo is aantrekkelijk; ze komen uit alle landen om die „interessante” figuur te bewonderen. Jezus is niet interessant; hij is vreeselijk. Hij graaft zoo grondig, dat ge ervan ijst. Hij is niet aantrekkelijk, want niemand komt tot Hem, tenzij de Vader hem „sleepe”. d Salomo trekt kunstige bogen en cirkels. Christus omspant ze alle. Salomo teekent zijn cirkels voor mijn oogen, maar Christus neemt mijzelf zoo maar op in den wijden boog, dien hij omspant. Salomo heeft een wijsheid, die, tenzij de Geest hem bizonder drijft, altijd disputabel blijft. Maar in Christus Jezus is letterlijk niets disputabel, al schijnt ook alles ergernis en dwaasheid. Daarom is Salomo’s wijsheid voor ongeloovigen en geloovigen beide: deels te weerspreken, deels te aanvaarden; maar Christus’ wijsheid wordt door den vleeschelijken mensch geheel verworpen, door den geestelijken mensch geheel aanvaard. Van Salomo leert niemand alles, en ieder iets. Maar van Christus’ wijsheid heb ik alles, of ook volstrekt niets; want meer dan Salomo is hier.


K. Schilder.




a. Opnieuw gepubliceerd als ‘Meer dan Salomo’, Goud, Wierook en Myrrhe, Delft (W.D. Meinema) 1926-1927, 47 (14 februari).

b. Vgl. Romeinen 8:22.

c. Vgl. Johannes 4:24.

d. Vgl. Johannes 6:44.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000