Christus aan den ingang van Zijn lijden

Kampen (J.H. Kok) 1930

Titel – Woord vooraf

I. Satan bij den katheder des lijdens

II. Satan op de hoogte der heerlijkheid

III. De dienende engel onder de satanische wolven

IV. De laatste priester wijzend naar het laatste offerlam

V. Christus getaxeerd

VI. Christus’ lijden verkondigd door den hemel: de doortocht van de heerlijkheid

VII. Christus’ noodzakelijke „omhaal”

VIII. Christus ingehaald en — misduid

IX. Christus tusschen kinderspel en wereldprofetie

X. Christus naar de paaschzaal: paaschlam naar paaschlam

XI. Christus, den Satan dwingend

XII. Christus, den Satan niet „verdringend”

XIII. De Middelaar aan de voeten der zijnen

XIV. Christus aan de tafel der gemeenschap

XV. Christus bij God in worsteling tegen Satan

XVI. De Auteur zingt zijn eigen psalmen

XVII. Christus’ angsten hebben hun eigen aanvang

XVIII. Christus’ angsten hebben hun eigen oorzaak

XIX. Christus’ angsten hebben hun eigen openbaringswet

XX. Christus’ angsten hebben hun eigen zwaartewet

XXI. Christus’ angsten hebben hun eigen offerwet

XXII. Christus’ angsten hebben hun eigen einde

XXIII. De schending van de harmonie: het ronde getal gebroken

XXIV. Het laatste wonderteeken van Christus in vernedering: de slavenlosser in slavengestalte

XXV. Christus in banden

XXVI. Christus in isolement


Terug naar overzicht boeken en brochures