6 januari


GEEN VERDRINGING.


Vlied in Egypte

Matth. 2 : 13. a


vlied — in Egypte; wat is daarin het zwaarste kruis? Dat men vluchten moet, òf, dat men juist naar Egypte vluchten moet? Velen zeggen: er was geen beter wijkplaats dan Egypte. Daar zijn veel Joden; Maria en Jozef kunnen er hun taal spreken, hun gewoonten volgen, en een synagoge zal er dadelijk te vinden zijn, om God te danken, dat Hij die ongeschikte vlucht zoo geschikt gemaakt heeft. En Herodes, die zijn lippen lekt naar kinderbloed, heeft er niets te zeggen. De afstand is niet zóó groot. De vlucht dus is het bittere; maar de aanwijzing van Egypte is het zoete bijmengsel in den alsembeker, zoo vinden zij.

Maar wij moeten dit oordeel herzien. God neemt niet met de eene hand terug, wat Hij met de andere geeft. Jozef moet vluchten. Dat is ongeschikt. Het is een raadsel. Maar hij moet vluchten naar een geschikt land, welks keuze volstrekt geen raadsel is, maar goed te beredeneeren. En nu wordt het kruis niet lichter, maar zwaarder. Want twee raadselen bezwaren de ziel minder dan één; en drie minder dan twee en vier minder dan drie. Een reeks van onbegrijpelijkheden doet minder zeer dan één groot raadsel, dat u te allen dage pijnigt. Wanneer God gezegd had: Jozef, gij en het Kind moeten tegenover Herodes niets doen, dan was dat al moeilijk geweest: immers was de messiaansche eeuw gekomen en het Kind was toch de Wereldbeweger? Maar als God nu voorts gezegd had: Jozef, blijf op uw plekje, en Ik zal Herodes’ soldaten met blindheid slaan, of hun tegen het Kind gestrekten arm verstijven, of vuur van den hemel doen dalen tegen wie het Kind Gods honen, zie, dan zou de verbazing over dat ééne raadsel (de weerloosheid van het Kind) verteerd zijn door de verwondering over al die andere mysteriën. Het ééne wonder had dan het andere verdrongen. Jozef zou het eene raadsel hebben opgegeven om aan het andere te beginnen en Maria zou niets in haar hart bewaard hebben, want ze zou dan heel vromelijk en zoetelijk van de hak op den tak gesprongen zijn.

Egypte is zoo geschikt; en daarom is het voor de menschen, die met God te doen krijgen, zoo vreeselijk ongeschikt. Want nu God de vlucht zoo voortreffelijk organiseert, nu blijft alle aandacht voor die ééne zwarigheid: dat Hij de vlucht van zijn Zoon wil, en zie, Hij is de Wereldbeweger! God legt dat eene goddelijke mysterie in een reeks van menschelijke, haast al te menschelijke, praktische overwegingen over den kortsten weg en het veiligst asyl, en het grootste gemak. Jozef krijgt niet de kans, om zich door de veelheid der problemen af te maken van dat ééne raadsel. En Jozefs God verbiedt ook ons, de ééne moeilijkheid uit te spelen tegen de andere. Tel uw zwarigheden, tel ze één voor één. Maar weeg ze eerst. Want het is gemakkelijk, de raadselen te vermenigvuldigen; doch zwaar is het, met één vraagstuk voor God te treden zonder de aandacht daarvan af te leiden. Want alle verdringing schaadt de ziel; wie problemen opzoekt, is vaak de lichtzinnigste mensch.



LEZEN: job 19 : 5-15.



a. Opgenomen in VWS I,96-98.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001