3 januari


DE ANDERE WEG.


Zij vertrokken door een anderen weg weder naar hun land

Matth. 2 : 12.

En hij ging door een anderen weg

1 Kon. 13 : 10. a


men heeft erop gewezen, dat de wijzen van het Oosten niet de eenigen zijn, die langs een anderen weg terugkeerden dan zij gekomen zijn. Hetzelfde wordt ons ook verhaald van een volgenden wijze, zekeren Tiridates, die later uit het Oosten naar het Westen toog, teneinde in Rome den Wereldredder te zoeken in het keizerlijk paleis. En eveneens is de man Gods, die uit Juda eens gezonden werd om zijn vlammend vloekwoord te slingeren tegen het altaar der valsche religie, dat Jerobeam had gebouwd in Bethel, langs een anderen weg teruggekeerd dan waarlangs hij aangekomen was. Sommigen zeggen: de een schreef den ander na.

Wij kunnen bij eenig nadenken dankbaar zijn voor de herinnering aan de overeenkomst tusschen de wijzen uit het Oosten en den man Gods uit Juda. Beiden immers kiezen denanderen weg”. En daarmee beschamen zij de lieden, met wie zij geen gemeenschap willen hebben. De man Gods, die Bethel opschrikt met zijn strenge boetprediking, moet onmiddellijk langs een anderen weg terug: want daarmee laat hij zien, dat het zondige Bethel niet meer een profeet Gods waard is. En zoo is ook de terugkeer der Oostersche wijzen een slag in het gelaat van Herodes en zijn hof en zijn schriftgeleerden; zij zijn het gezelschap der gunstelingen Gods niet waard, de hypocrieten . . .

Zie nu de tweevoudige uitwerking, die de keuze van „den anderen weg” heeft op de ziel van de trouweloozen. Te Bethel woont een profeet, die het er lang heeft uitgehouden . . . omdat hij verzuimd had, te protesteeren tegen den afval van Jerobeams betaalde priesters. Als die man hoort, dat de boetgezant uit Juda langs een anderen weg weerkeert, dan brandt de schaamte in zijn ziel: want dat is ook een vernedering voor hém. Hij zadelt den ezel en tracht zijn geweten te sussen, door den man Gods terug te roepen tot een vriendschappelijk bezoek. Het is verkeerd, o zeker. Maar — die man schaamt zich toch nog; zijn geweten kan hem nog veroordeelen. Maar Herodes . . . o, die Herodes! Als hij bemerkt, dat de wijzen hun vroom geheim van den Messias hem niet kunnen toevertrouwen, dan voelt hij óók dien slag in zijn gezicht. Maar zijn geweten is toegeschroefd. Hij is toornig. Hij neemt het zwaard en wil het Kind vermoorden.

Toen die oude profeet in Bethel leefde, was de profetie nog in het eerste begin van haar verderf . . . en men kan zich nog schamen. Maar in Herodes’ dagen is de profetie geheel bedorven . . . en men schaamt zich niet meer. Laat ons voorzichtig zijn met God en Zijn Woord. Wie het geopenbaarde Woord Gods met zijn vijandige gedachten bezoedelt, zijn geweten wordt van steen en de verharding maakt van schrift-onderzoekers zwaardheffers tegen God en zijn Gezalfde. „De andere weg” gaat de officieele kerk voorbij. Uit zichzelf mag niemand, die God gezien heeft, dien weg kiezen. Maar als God zelf den stroom des heils om Jeruzalem heenleidt, laat de kerk dan toezien; het is gericht.



LEZEN: 1 koningen 13 : 1-10.



a. Eerder gepubliceerd als ‘De andere weg’, Gereformeerde Kerkbode van Delft 12 (1924v) 50 (14 februari 1925); opgenomen in VWS I,92-94.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001