School en Kerk

Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen

onder Redactie van de Gereformeerde Predikanten, nummer 135 (geen paginering) (28 juni 1919)

a



Wij zijn allen reusachtig blij met den vooruitgang van ons christelijk onderwijs. Voor onze christelijke opvoeders is de verbetering van hun levenspositie een recht, dat we met hen op prijs stellen en waarvoor we danken.

Toch meene niemand, dat we er nu zijn. Of dat de salarisverhooging van de christelijke schoolmannen een stap is in de richting van de verdelging van de antichristelijke macht. Eerder omgekeerd.

Tenminste, als Mr. de Wilde van den Haag gelijk heeft, die op den Theol. Schooldag verklaarde, dat, als de stem der predikanten zwijgen gaat, alle christelijke actie, (ook die van de school) ten doode is opgeschreven. En ’n oogenblik later kwam ds. Doornbos van Doetinchem in een gespierd betoog over de meer dan dunne predikantstractementen er op wijzen, dat de stem der predikanten al zwakker wordt, omdat hun aantal slinkt. En hun aantal slinkt, omdat de zonen van de rijken niet voor dat ambt gegeven worden. En de zonen der armen, die ’t tot nu toe wèl deden, zullen allicht voorloopig ophouden, dominee te worden, zoolang ze zien, wat ik verleden week hoorde, dat ergens de dominee f. 1500.– en de hoofdonderwijzer f 3200.– verdiende. Hetgeen een schandaal is, gelijk onze schoolmannen zelf zeggen. De zonen der armen gaan begrijpen, dat ze als onderwijzer beter hun bij het huwelijk gemaakte schuld kunnen aflossen dan als dominee. Zoodat de feestdag voor de school een rouwdag voor de kerk en dus ook weer voor de chr. school wordt — als tenminste de kerk niet gauw bij de pinken is en ophoudt met den grooten diefstal.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000