Van de Boekentafel

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

9e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (Mij. tot Expl. van Antirev. Bladen in de Alblasserwaard, de Vijfheerenlanden en Omgeving) 1921v
18 (geen paginering) (27 mei 1922)

a



Jan Waanders door J.C. de Koning. Uitgave van J.H. Kok te Kampen, 1922.


Wanneer dit werk bedoeld is als een uitwerking van het thema: christendom of cultuur, dan moet het als mislukt worden beschouwd. Daarvoor heeft de held te weinig verstand noch van Christendom, noch van cultuur. Maar ik heb me afgevraagd, of dit werkelijk door den schrijver beoogd is. Ik kreeg den indruk, dat de auteur het leven heeft willen geven, gelijk het is, en dat hij ook het vraagstuk van Christendom en cultuur heeft willen teekenen „naar het leven”, dat wil zeggen: gelijk het door velen gezien en gesteld wordt. En in dat bedoelen is de schrijver m.i. wel geslaagd. Wie het leven kent, weet, dat velen, die den mond vol hebben van levensspanning, van het conflict tusschen Christendom en cultuur, typen zijn als de hier geschetste Jan Waanders. En voor die menschen is dit boek van waarde, niet zoozeer als overtuiging gevend, doch als getuigenis gevend. Vooral het tweede gedeelte is in dit opzicht van waarde. Ik meen, dat juist het tweede gedeelte bewijs is, dat de schrijver niet het verband tusschen Christendom en cultuur opzettelijk heeft willen schilderen, immers als de held de religie gevonden heeft, hooren we van de cultuur geen woord meer. Heb ik de bedoeling van den schrijver goed verstaan en wil hij geven een teekening onder het motto: „menschen zooals er zijn”, dan kan ik dit boek van harte aanbevelen. Het zal als getuigenis van groot nut kunnen zijn. Het verhaal is vloeiend geschreven en loopt (afgedacht van een auto, die net op tijd komt en een samentreffen op een rustoord van twee menschen, die elkar moesten ontmoeten op tijd) heel goed. In de reeks van de Christelijke Bibliotheek van den Heer Kok heeft dit werk meer dan gewone waarde.


K. S.




Den Vaderlandt getrouwe door Ds. J.J. Knap Czn. Politieke rede. Uitgave J.H. Kok, Kampen, 1922.


Ds. Knap geeft in deze brochure een zeer heldere en tamelijk breedvoerige behandeling van de kwesties, die met het oog op de komende kamerverkiezing in het middelpunt van onze belangstelling moeten staan. Hier spreekt weer echt Ds. Knap; eenerzijds in het typische gebruik van een tekst, die vrijwel overbodig was en die ook alleen maar betrekkelijk zijdelings wordt besproken; anderzijds in den helderen stijl, klaren gedachtengang en zeer pakkenden spreektrant. De vrouwenkwestie (stemplicht der vrouw) wordt ook behandeld en dat volstrekt niet met eenige dooddoeners. Ook deze brochure heeft voor verspreiding een prijsvermindering, evenals die van Mej. H.S.S. Kuyper in een vorig nummer aangekondigd. Zeer hartelijk aanbevolen.


K. S.




Kleine Luyden. Schetsen uit het Friesche dorpsleven, door Idsardi. Kampen, J.H. Kok, 1922.


Dit werk van ruim 300 blz. bevat een verzameling schetsen uit het dorpsleven. Er staan zeer veel dingen in, die evengoed op anderen dan Frieschen bodem konden gebeurd zijn, maar inplaats van den schrijver te verwijten, dat hij in dergelijke passages zijn titelpaginabelofte wat uit het oog verloor, bedenke men liever, dat Friezen ook menschen zijn en dat alle typische variaties met het algemeen-menschelijk leven samenhangen. Wat het verhaal betreft: de opzet is ietwat tweeslachtig: eenrzijds zijn het min of meer losse schetsen, beschrijving van types en karakters, en anderzijds is er toch ook weer een onderlinge samenhang der dingen en komt er zelfs wat romantiek voor den dag: denk aan den dominee van Zorgvliet, die al in zijn studentenjaren den dolksteek van Siens vader opvangt in zijns zelfs corpus en later Siens huwelijk met Sander bevestigt. Trouwens, in dat verhaal van Siens avontuur is wel veel onwaarschijnlijkheid: ’n Utrechtsch politiecorps, dat niet erg bij de pinken is; een student, die in den nacht een meisje ziet, ongeveer net zoo kort als Piet Paaltjens Mina zag, toen ze elkaar, ieder in zijn eigen sneltrein, in vliegende vaart voorbijspoorden in tegenovergestelde richting (zie bl. 61) en die toch na jaren van omzwerving zich haar beeld herinnert en het herkent; dezelfde onwaarschijnlijkheid bij het meisje, dat zeer overstuur was, toen gezegde student haar even voorbij vloog en zij er vandoor holde, en dat toch later als de student een oude dominee geworden is, zich afvraagt, waar ze hem kan ontmoet hebben. Bovendien komt het Utrechtsch Dagblad er slecht af, want het bewaart een afgrijselijk stilzwijgen over den naam van den theoloog, die in Utrechts straten een ander wilde redden van den dood door ’n onverlaat en zelf bijna overhoop gestoken werd. Tegenwoordig worden zulke namen niet verzwegen. De rubriek „stadsnieuws” schijnt in het Utr. Dagblad zoo iets een bagatel te vinden „waarover niemand zich verder druk maken kan” (bl. 251). In het romantische is Idsardi niet nummer één. Zijn taal is soms ook wat slordig (’t komt hem over, 87, men allen, 56, zijn geld net zoo min als zijn gaven niet wegleggen, 84, zóó dan inpl. v. zoo als, 81, centra’s, 67, 77, de Samaritaan, waarover, 17). Ook doet de verzuchting van een patiënt, die even bijkomt, dat Zorgvliet een mooie plaatsnaam is, wel wat komisch aan, als men weet, dat de naam van het dorp natuurlijk verzonnen is. Toch wil ik dit boek gaarne veel lezers wenschen. Het geeft aardige karakterteekeningen, over ’t algemeen goed volgehouden. Het houdt bezig van ’t begin tot ’t eind. Het verheft zich nergens boven het goedmoedige, maar verliest zich evenmin in onbeteekenende dingen. En — al komt hier en daar een preekje voor — de moraal is in de feiten zelf gelegen en die moraal is goed, heel goed. Voor wie een eenvoudig geschreven verhaal begeert, ook voor wie van karakterschetsen houdt, is dit werk werkelijk uitstekend.


K. S.




Leven. Leesboek voor de Scholen met den Bijbel. Verzameld door P. den Boer en J.C. de Koning, 9e en 10e deel. Rijswijk (Z.-H.) — H.J. Spruijt.


We hebben onlangs het 11e deel besproken van dit Leesboek voor de Scholen met den Bijbel en nu kunnen we met dezelfde hartelijkheid ook dit 10e en 9e deel aankondigen (de uitgave begint bij het laatste deel om vervolgens naar de lagere klassen af te dalen). Wat we zagen is ook weer frisch en levendig. Van een heel enkel stukje zouden wij tegen de keuze bezwaar gemaakt hebben en misschien is het avontuurlijk element ook wat al te sterk vertegenwoordigd. Maar dat betreft kleinigheden. Hoofdzaak is, dat onze scholen met deze serie verrijkt worden en dat ook voor de huiskamer deze leesboeken zeer wel dienst kunnen doen. Papier, druk, illustraties, alles uitnemend (een enkele plaat met, als ik ’t zeggen durf, een kleine technische fout). Maar kinderen toespreken — ho maar! Ze smullen.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000