Van de Boekentafel

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

8e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (Mij. tot Expl. van Antirev. Bladen in de Alblasserwaard, de Vijfheerenlanden en Omgeving) 1920v
23 (geen paginering) (6 augustus 1921)

a



Christelijk Volksblad voor het huisgezin, onder redactie van J. Breevoort, P. Keuning en L. Penning. — Baarn, E.J. Bosch JBzn.


De kopteekening is een eerlijke waarschuwing; ze teekent ons een abonné op ’t Christelijk volksblad, die er nog al warmpjes in zit en wiens gezin den tijd vindt voor onschadelijke bezigheid in vrijen tijd. Wie geld genoeg heeft om zich eerst de allernoodzakelijkste christelijke week- en dagbladen (politiek, sociaal, kerkelijk) aan te schaffen en dan bovendien nog zijn kinderen wat aardigs en zichzelf wat onschuldigs wil verschaffen, die koope en leze. Maar dit blad mag nooit een ander blad verdringen of weren. Het is noch volledig, noch allereerst zakelijk. Menschen, die met hun penningen zuinig moeten zjn, hebben eerst brood noodig. Dat is dit blad niet. Het geeft wel muisjes bij de boterham. Ik weet zeker, dat de redactie het met me eens is.


K. S.




Evangelisatie-Bibliotheek. J.N. Voorhoeve, Den Haag.


We ontvingen de tweede zending. Het boekje van Dr. H. Hoppeler, Van de onzichtbare dingen, schaadt zichzelf hier en daar door ’n tikje overdrijving in de redeneering, maar de strekking is goed en ’t boekje kan wel tot nadenken stemmen. Mislukking is bepaald het titelblad. De traktaten zijn niet de slechtste in hun soort; ze behandelen tenminste eens zaken en stooten den lezer, dien men lokken wil, niet af door de bij traktaten zoo vaak door de regels heen kenbaar gemaakte hypothese, dat de lezer de snuggerste niet is. Hier en daar is de traktatenstijl al te theatraal, blv. „wel mocht een Johannes ter neer griffelen . . . .”, volgt een bijbeltekst. Dat kennen we: „een Johannes”; dat ruikt naar de Zondagsschool of naar ’n stijllooze preek of naar ’n opstel van een jongeling. En dan — terneer griffelen! Overigens: deze traktaatjes zijn lang niet de slechtste evangelisatielectuur. — Tenslotte een wandtekst: d.w.z. een bloemetje en ’n bijbelwoord in gekleurde letters; bekend recept.


K. S.




Verdieping en Belijning. Geschriften voor de practijk van het christelijk schoolleven in den nieuwen tijd, onder redactie van D. Wouters en W.G. v.d. Hulst. P. Noordhoff, Groningen.


Onder dezen titel is thans een aanvang gemaakt met een reeks van geschriften, die voor het Christelijk onderwijs bedoeld zijn en aan de principiën, waarvan dat in de praktijk heeft uit te gaan, zijn gewijd. We kregen onder de oogen: W.G. v.d. Hulst, Bijbelsche Geschiedenis; G.Meima, Kerkgeschiedenis en Zendingsgeschiedenis; D. Wouters, Lezen; M. Lührman, Handelskennis; J.C. Wirtz Cz., Handenarbeid; Dr. J. v.d. Elst, de Franse taal. De lezer bemerkt, dat het een theoloog niet past, bij al deze brochures een deftig gezicht te zetten, alsof hij er alles van weet, en te zeggen dat het aardig goed is, want ’n dominee is geen manusje van alles. Van de brochures, welker onderwerpen buiten mijn engere of ruimere studieveld liggen, kan ik dan ook alleen zeggen, dat ze bij inzage op mij den indruk hebben gemaakt van rustigen redeneertrant en waardevol betoog, zóó, dat een schoolman er wel degelijk wat aan heeft. En wat de andere betreft, speciaal de drie eerstgenoemde, ik kan met warme belangstelling reeds daarom deze serie bij onze lezers aanbevelen. De manier, waarop de heer v.d. Hulst spreekt over het vertellen van bijbelsche geschiedenis, maakt niet alleen voor hen, die meer in rechtstreekschen zin bij het onderwijs betrokken zijn, maar ook voor anderen — catecheten, zondagsschoolonderwijzers, opvoeders — zijn brochure waardevol. Uitnemend bewerkt is ook het geschrift over Lezen (108 blz.) en dat over Kerk- en Zendingsgeschiedenis, al is het laatste ook wat te beknopt, naar ’t ons voorkomt.

’t Spreekt vanzelf, dat niet in alles zich een recensent kan vinden. Over den titel zou ook te praten zijn, want een titel is ’n belofte en belofte maakt schuld. Maar wij verblijden ons over de uitgave van deze reeks. Men heeft vroeger wel wat al te weinig plaats ingeruimd voor de methodiek van ons christelijk onderwijs en voor zijn eigenaardige eischen, gesteld door ons beginsel. Juist in een tijd waarin vrees werd uitgesproken voor het principieel karakter van ons christelijk onderwijs, is deze poging te waardeeren.

Alleen geloof ik, dat er plaats is voor de opmerking, dat sommige medewerkers zich nog meer zullen moeten doordringen van het feit, dat ze bepaald voor de praktijk van het christelijk schoolleven leiding hebben te geven. Bij sommige onderwerpen zal dit, gelijk vanzelf spreekt, de taak van wie het behandelt zeer verzwaren, omdat het niet steeds gemakkelijk is, den specifieken eisch van het christelijk beginsel voor de behandeling van een meer gewoon leervak te doen zien en streng te handhaven. Maar — de titel luidt nu eenmaal: verdieping en belijning. Een veelomvattende belofte maakt groote schuld.

We wenschen deze uitgave een eere-plaats toe op onze christelijke leestafel. Aangekondigd werden 26 nummers van 90 cent per stuk. Bij inteekening op de geheele reeks f 18.–; bij inteekening op twee reeksen door één adres f 33; bij inteekening op 3 reeksen door één adres f 45.– Betaling naar keuze (na ontv. v. 6 nummers of in 3-maandel. termijnen).


K. S.




Geïllustreerde Chr. Scheurkalender voor 1922.


De Heer Voorhoeve zond ons een schild van zijn kalender (32e jaargang). Maar omdat voor ons schild bijzaak en kalender hoofdzaak is, leggen we er den nadruk op, dat we van den kalender geen letter gezien hebben, zoodat het niet onaardig uitgevoerde schild ons nog niet tot een lofrede op den kalender verlokken kan.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000