Tweeërlei weegschaal

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

8e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (Mij. tot Expl. van Antirev. Bladen in de Alblasserwaard, de Vijfheerenlanden en Omgeving) 1920v
11 (geen paginering) (19 februari 1921)

a

Door vriendelijke bemiddeling bereikte ons een ingezonden stuk, aan een ander blad ter plaatsing aangeboden, waarin iemand verklaart, te weten, welke predikaat en welke preek door mij bedoeld zijn, althans voor zoover betreft twee van de in het artikel „Tweeërlei weegschaal” genoemde staaltjes van preekstoelcuriositeiten. De inzender verklaart dan voorts, dat hij die preeken volstrekt niet verkeerd vond, legt in mijn woorden soms een gedachte, die door mij niet is uitgesproken, en beweert dan dat mijn critiek er niet bij door kan.

Men begrijpt, dat we over dit stuk geen debat kunnen toelaten. Ter afsnijding van mogelijk misverstand ook bij anderen herinner ik:

a. dat ik geen namen genoemd heb en ook niet van plan ben, dat te doen, omdat ik dan mijn bedoeling voorbij streef en noodeloos persoonlijk word;

b. dat de inzender blijkbaar alleen heeft gelezen een gedeelte van mijn artikel, door een ander blad overgenomen, doch niet mijn artikel zelf. Had hij dat gedaan vóór hij ging critlseeren, dan zou hij bemerkt hebben:

1°. dat het opschrift „ergerlijke preektrant” niet van mijn hand is; natuurlijk ben ik ’t wel met dat opschrift eens, maar ik schreef niet over de preekende dominees, doch over de hoorende gemeenteleden;

2°. dat ik — ’t werd nadrukkelijk gezegd — dan ook niet bedoeld heb een of anderen dominee te becritiseeren (want ik heb beter werk te doen), doch alleen wilde critiseeren de menschen, die van den één mooi vinden, wat ze in den ander niet kunnen verdragen. Dat was de hoofdzaak; en nòg meen ik, dat daarop te wijzen voor sommigen niet overbodig is;

3°. dat, indien ik nu verder ging debatteeren over die bepaalde illustraties van mijn gevoelen, de aandacht van de hoofdzaak tot de bijzaak werd teruggeleid. Inzender kan ook weten, dat het door mij gesignaleerde verschijnsel bestaat, en dat dan ook in de naaste omgeving van den man, over wien bij ’t heeft, daarvan de bewijzen zijn te vinden geweest.

K. S.

a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Tweeërlei weegschaal’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 8 (1920v) 10 (5 februari 1921).