Visch en graat

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (Mij. tot Expl. van Antirev. Bladen in de Alblasserwaard, de Vijfheerenlanden en Omgeving) 1919v
20 (geen paginering) (10 juli 1920)

a



In de Wachter van 25 juni 1920 komt van de hand van Ds. J. Bosch van Alteveer in de rubriek Vragenbus ook een beoordeeling voor van „het Zoeklicht”. De schrijver merkt op, dat ’t blad niet zoo „sterk” is in de uitlegging der Schrift, geeft een voorbeeld van zijn verkeerde exegese, maar is toch nog al gematigd in zijn kritiek. Hij zegt: „wie het (blad) met waardeering leest als een getuigenis tegen den geest der eeuw, die kan, al is hij ’t met elke verklaring niet eens, er wel wat vinden, dat hem wapenen kan in den geestelijken strijd.” En, zoo zegt ds. Bosch: „de redacteur van het Zoeklicht zal zeggen: doet u met het lezen van het Zoeklicht als met het eten van de visch: laat de graten liggen.”

Nu, dat de redacteur van het Zoeklicht dat zeggen zal, gelooven we wel van hem. Maar dat zijn advies niet is op te volgen, dat zal Ds. Bosch wel met ons eens zijn, wanneer hij alles onder de oogen zal krijgen, wat het Zoeklicht schrijft (waarschijnlijk heeft Ds. Bosch nu slechts „eenige nummers” en dan toevallig niet de slechtste, onder de oogen gehad).

In elk geval moet ik constateeren, dat ’t beeld van visch en graat eenige correctie behoeft. In no. 21-22 zegt de redacteur „onder getuige van de tienduizenden zijner lezers” dat, zoodra de leer van Jezus’ wederkomst en Zijn koningschap over Israël (natuurlijk volgens zijn opvatting) als onschriftuurlijk is aangetoond en bewezen, hij de uitgave van het Zoeklicht onmiddellijk zal staken. Blijkbaar is dus het hoofddoel en het hoofdbestanddeel van ’t blad: de verbreiding van zijn theorieën omtrent het chiliasme, waarvan Ds. Bosch ’t wel met me eens zal zijn, dat ze vierkant ingaan tegen de belijdenis. Dus staat ’t met dit enorme vischje zoo, dat de eigenlijke visch ’t verkeerde en de uit te zoeken graatjes alleen ’t goede zijn, ’t niet tot het menu behoorende. En zoolang ’t zoo staat, kunnen we beter bij een ander gaan visschen, dan in den vijver van den heer Joh. de Heer.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000