Het Zoeklicht en de kerk

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (Mij. tot Expl. van Antirev. Bladen in de Alblasserwaard, de Vijfheerenlanden en Omgeving) 1919v
17 (geen paginering) (29 mei 1920)

a



Men moet met de correspondentie van het Zoeklicht voorzichtig zijn. Eenerzijds verneemt ge wel eens, dat ’t Zoeklicht heelemaal niet tegen de kerk is, en dat de los-van-de-kerk-beweging in zekeren zin een bedenkelijk teeken is, anderzijds komt de onkerkelijke (d.i. anti-kerkelijke) aap uit de chiliastische mouw des heeren De Heer, wanneer hij zekeren heer met ’n vriendelijk schoudertikje komt vertellen, dat deze toch „om geestelijke redenen” zich zeker van de kerk heeft losgemaakt, omdat „ongeloovigen en den persoon van Christus loochenende menschen niet . . . in de . . . gemeente behooren.” Bedoelt de schrijver openlijk ongeloovigen, dan heeft hij gelijk met zijn laatste opmerking, doch niet met zijn conclusie: los van de kerk. Dan is reformatie der kerk de eisch. Er is ook nog een gereformeerde kerkgemeenschap met tucht over de leer. En bedoelt hij niet-openlijk-ongeloovigen, dan is ’t heelemaal mis. We kennen ’t zelfde argument van de z.g. „Darbisten”. Zij zouden ook alleen geloovigen saamvergaderd willen zien. Maar blijkens hun eigen uitwerpingen en uitbanningen en hun eigen scheuringen, konden ze al evenmin bewijzen hartekenners te zijn als welke kerkeraad dan ook. Los-van-de-kerk, dat is altijd ongeestelijk.

Zoo gaan we verder. Van kerkzuivering zwijgen; de verdorven kerk maar laten zitten; ons in kleine groepjes verdeelen; en als dan de Antichrist komt, dan kan hij het Zoeklicht vriendelijk bedanken, omdat het in naam der eenheid — gelijk de „Darbisten” — heel langzaam en zeker heeft verstrooid.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000