Van de Boekentafel

Gereformeerde Kerkbode. Officiëel Orgaan van de Gereformeerde Kerken der Classis Gorinchem

7e jaargang, onder redactie van S.O. Los, M.A. van Pernis en K. Schilder
Gorinchem (J. Sizoo) 1919v
nummer 10 (geen paginering) (14 februari 1920)

a



De houding van Ds. Netelenbos. Is er kerkelijke samenwerking mogelijk tusschen Ethischen en Gereformeerden? Een stem uit de gemeente door H.A. Verduin, ’s Gravenhage, J. Bootsma.


Niet met iedere uitspraak in dit geschrift kunnen we ons vereenigen, en ook kan niet ontkend worden, dat de kwestie Netelenbos niet volledig is toegelicht, of in haar worteloorzaken behandeld. ’t Zou evenwel onbillijk zijn, dezen maatstaf van beoordeeling hier aan te leggen, wijl dit geschriftje ook in geenen deele zoodanige bespreking bedoeld heeft.

„Dit protest komt niet uit hoogere sferen, van professoren of predikanten, doch van een heel gewoon lid der Geref. kerk”, zoo heet het (in de voorrede vinden we het door de aanhalingsteekens nog niet beschermde woord „leek”). Behoudens enkele uitspraken kan de bedoeling en het betoog van dit eerlijke geschrift onze instemming wel vinden. Zijn verschijning is op zichzelf reeds een bewijs van de onjuistheid der wel eens daarheengeworpen bewering: als zou Ds. Netelenbos zijn „afgemaakt” door enkele kwaadwilligen uit wat de schrijver noemt: „de hoogere sferen”


K. S.


De Bijbelsche Geschiedenissen. In vertelling door W.G. v.d. Hulst, in teekening door Isings, 6e aflevering. Rijswijk, H.J. Spruijt.


Dit werk handhaaft zijn ouden roem. Uitnemend blijft de verteltrant, hoewel hier en daar het asyndeton wat vermoeiend is. Ook de illustraties zijn weer goed; Isings’ teekeningen munten uit door levendigheid; hij kent ’t geheim van Semietische „koppen”, dat menigen schilder of teekenaar blijkbaar niet ontsluierd is geweest of zelfs onbestaanbaar scheen. Ook toont hij kennis genomen te hebben van archeologische teekeningen en gegevens; de krijgswagen van Sanheribs „rabsjak” wordt tenminste door 3 personen bediend, al zou over den vorm van den wagen en den disselboom en de 2 paarden nog wel eens te praten zijn.

De vertelling blijft over ’t algemeen de Schrift zeer getrouw; ze is niet breedsprakig en toch bijt ze niet ’t verhaal af. Wanneer de schrijver in ’t verhaal van Hiskia’s ziekte Jesaja laat zegen, dat Hiskia zijn „kinderen” moet voorbereiden op zijn sterven, en den indruk geeft, dat ook Manasse bedoeld is, dan wijzen we erop, dat Manasse nog niet geboren was; de ontstentenis van een troonopvolger zal ook Hiskia’s droefheid vergroot hebben, en dat komt niet uit in ’t verhaal. Jammer ook, dat niet gezegd is, dat ’t vertoon van zijn schatten méér was dan een uiting van Hiskia’s „vroolijken trots”; dat ’t een vriendelijkheid was, die een bondgenootschap wilde bevorderen met heidenen; daardoor wordt de strafaankondiging meer begrijpelijk. Ook is ’t een vergissing, als de schrijver zegt, dat „de ster” den wijzen uit het Oosten elken avond flonkerend den weg wees van hun vaderland tot Palestina. Dit lezen we anders. Zoo zal hier en daar bij een volgenden druk de corrigeerende hand meer nuttig werk kunnen doen. Doch ’t resultaat blijft als steeds, dat hier uitnemend werk is geleverd. Onthoudt het uw kinderen niet! Prijs per aflevering 95 cent. ’t Complete gebonden werk f 10.75.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. bij de tweede recensie de bespreking van de eerste, tweede en vijfde aflevering ‘Leestafel’, Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen Nr. 99 (19 oktober 1918), ‘Leestafel’, Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen Nr. 112 (18 januari 1919) en ‘Leestafel’, Gereformeerde Kerkbode van Vlaardingen Nr. 135 (28 juni 1919).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000