Boekbeoordeeling

Gereformeerde Kerkbode van Delft

12e jaargang
1924v
38 (geen paginering) (15 november 1924)

a



Dr. A. Noordtzij, Gods Woord en der eeuwen getuigenis. Kampen, J.H. Kok, 1924.


Over de opgravingen in het Oosten is in den loop der jaren al veel geschreven, dat soms verblijden, vaker echter teleurstellend was voor hen, die den bijbel als heilige shrift aanvaardden. Meer dan eens werd het resultaat der onderzoekingen in den bodem aangewend tot bestrijding van de bijbelsche gegevens; soms ook gaf het daarvan een schitterende bevestiging. En het is ook wel eens gebeurd, dat zenuwachtige orthodoxie wat al te spoedig juichte, wanneer weer de een of andere opgraving in de verte iets scheen te bevestigen, van wat al lang door den bijbel gezegd was. Wie zoo zijn best doet, om het geloof op de door de leerschool der spade uitgegeven conclusies te rechtvaardigen, bewijst de zaak van het geloof geen dienst, verraadt eigen zwakheid en te groote lichtgeloovigheid inzake een wetenschap, die zich nog al eens vergiste.

Zoo is het niet gemakkelijk, op rechte manier gebruik te maken van de resultaten van het onderzoek van den bodem, voor iemand, die van te voren uitgaat van de stelling, dat ernstige wetenschap den bijbel geen wezenlijke schade kan doen. Eenerijds loopt bij gevaar, al te spoedig te juichen, wat hem straks gauw spijten kan, als de hanteerder van spade en houweel een poosje na ontvangst van den door geloovige uitgereikten lauwerkrans, dien geloovige voor zwaar te verteren feitenmateriaal plaatst. Anderzijds loopt hij gevaar, gelijk sommige zich gereformeerd noemende menschen daar allang voor bezweken zijn, met een zekeren hoogmoed, die al te veel op benauwdheid lijkt, te doen, alsof er geen wetenschap is, zich van heel de wereld niets aan te trekken, en wat anderen vinden, eenvoudig weg onder ongeloovige pietluttigheden te rangschikken, een methode, die al erg veel kwaad gedaan heeft en al veel menschen van ons vervreemd heeft.

En nu kom ik aan mijn doel. Ik wil het boek van Prof. Noordtzij daarom zoo graag aanbevelen, omdat ik geloof, dat hij hier een model ons voorhoudt van gereformeerde reactie op wetenschappelijk onderzoek. Ik zou op verschillende onderdeelen kunnen ingaan en als lofzegger van den auteur kunnen optreden, maar dat zou wat bespottelijk worden, omdat ik op dit terrein natuurlijk min of meer onbekend ben en dus den auteur niet beleedigen mag, door een hoog recensentenborstje op te zetten en te doen, alsof ik er evenveel van afweet, als hij. Maar wat ik wel zeggen kan, is dit: dat ik bij de studie voor mijn preeken over enkele oud testamentische teksten aan dit werk heel veel gehad heb, dat ik geloof, dat ieder eenigszins ontwikkeld lid der gemeente het boek volgen kan, en dat ik telkens meen te ontdekken, dat prof. N. opzettelijk getrouw wil zijn aan de regelen, die een gereformeerde zich stelt, zoodra zijn geloof komt bij den arbeid van wetenschappelijke menschen, die van niet-geloovig standpunt uitgaan. Natuurlijk is het boek min of meer fragmentarisch: het bespreekt, na een overzicht van de geschiedenis der opgravingen, verschillende onderwerpen, die niet de historie der opgravingen, maar de bijbel zelf aan de orde stelt, en kiest ook daarin m.i. weer het juiste standpunt. Behandeld worden: Gods openb. aan Israël, de schepping der wereld; mensch, paradijs en val; zondvloed; in de oude Eufraat-Tigrisvlakte; met Abraham uit Ur naar Kanaän; naar Egypte; de worsteling met de Kanaänietische cultuur; de strijd met de wereldmachten. Een register vergemakkelijkt het gebruik voor de studie; en verscheiden heel duidelijke platen, waaronder ook niet weinige gekleurde, zeer fraai uitgevoerd, geven aan het werk, dat zeer royaal opgezet is, bizondere aantrekkelijkheid. Een enkele maal wordt, als ik me niet vergis, niet het O.T. bezien in het licht der opgravingen, zooals de ondertitel aangeeft, maar de opgraving onbevoegd verklaard, om het O.T. in haar „licht” te zetten. Dat is ook goed werk; een titel behoeft trouwens ook niet altijd het geheele werk te omvangen. Tenslotte geeft het werk ook den prikkel tot verder debat: ik denk hier aan de opmerkingen over de tien plagen van Egypte. Maar natuurlijk kunnen wij hier in de kerkbode niet aan dit debat beginnen.

Conclusie: laat uw spaarpot maar eens leeg worden. Dit boek is net zoo veel waard als veel andere.


K. S.




Op den Uitkijk. Tijdschrift voor het christelijk gezin. Uitg. Mij. Gebr. Zomer & Keuning, Wageningen.


De eerste aflevering is verschenen. Men kan, indien deze belofte is van de toekomst, veilig zeggen, dat deze uitgave een aparte plaats in de huiskamer verdient. Tenminste, indien men zich weet te wachten voor de fout van Timotheus; meermalen toch heeft dit tijdschrift artikelen, recensies e.d. naast elkaar geplaatst, die vierkant tegen elkaar ingingen. Sommigen vinden dat vreeselijk, wanneer dit bewust gebeurt bij een blad als de Reformatie b.v. en accepteeren het met gejuich als het in Timotheus gebeurt, zonder dat iemand kikt. Die tweeslachtigheid is ook een der kwellingen des geestes. „Op den Uitkijk” geeft in het eerste nummer waardevolle bijdragen; het laat niet maar plaatjes zien, waar een tekst omheen geflanst wordt, maar het geeft een tekst die met illustraties „verlucht” wordt, al zullen de laatste nog wat meer moeten worden, om veel te beteekenen. Naast artikelen, die den geest ontwikkelen, staan zeer goede novellen en schetsen. Tot mijn eigen verdediging moge ik opmerken, dat ik voor mijn eigen bijdrage, zooals ze hier met mijn naam den lezer voorgezet wordt, geen verantwoordelijkheid aanvaard. Zooals hier mijn artikel gegeven is, zou ik het niet geschreven hebben. Het is een aaneenrijging van zinnen en fragmenten, holderdebolder door elkaar geworpen en verknipt, uit slechts een gedeelte van wat ik schreef. Plaatsgebrek en andere dingen hebben dat mogelijk gemaakt. Maar herhaling van zoo iets is bij plechtige belofte van den uitgever uitgesloten. De titelplaat pakt wel, maar m.i. is het vers van Gezelle: „als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft”, daardoor niet geïllustreerd.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000