Nog eens: 666

Gereformeerde Kerkbode van Delft

11e jaargang
1923v
51 (geen paginering) (16 februari 1924)

a



Nog altijd wacht mij de vervulling van een oude belofte. Indertijd bereikte mij over het artikel dat ik in dit blad gaf over het getal 666, een ingezonden stuk uit Delft, waarin tegen de in dit artikel ontwikkelde gedachte opgekomen werd. Tot nu toe kon ik op dat stuk niet antwoorden, omdat onze kerkbode voor artikelen van eenigen omvang van de zijde der redacteuren doorloopend plaats te kort komt. Ik zal ’t nu in ’t kort probeeren.

De lezers zullen misschien voor een gedeelte zich herinneren, dat ik betoogde, dat de Paus van Rome niet de man is, op wien men de symbolische beteekenis van het getal 666 (uit het slotvers van Openb. 13) toepassen kan. In verband daarmede merkte ik op, dat de paus niet de Antichrist heeten mag.

A. Nu redeneert de inzender allereerst als volgt:

„U schrijft dat de antichrist zich openlijk tegenover Christus plaatst, doch 2 Thess. 2 : 2-12 . . . en dat geopenbaard zij de mensch der zonde, de zoon des verderfs; die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzoo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertoonende dat hij God is . . ., bedoelt hier ook een antichrist, doch die stelt zich niet openlijk tegen Christus”.

Ik zou daartegenover het volgende willen opmerken.

1. Voor Paulus is God alleen te kennen in Zijn zelfopenbaring in Jezus Christus. Christus is het geweest, in wien God gekend wordt, en Jezus’ woorden zelf hebben herhaaldelijk in herinnering gebracht, dat men den Vader verwerpt door den Zoon te verwerpen. „God” is geen abstract begrip, dat te scheiden is van den concreten naam „Jezus Christus”. Alle Godsvereering en ook alle Godonteering wordt gekend door de verhouding tegenover Christus, Zijn Zoon. Anti-Goddelijk is men nooit zonder anti-Christelijk te zijn.

2. Men moet, naar de overeenstemming der Schriften, niet maar uit één tekst den Antichrist, of welk ander onderwerp ook, behandelen, doch daartoe nagaan alles, wat de Bijbel, vanuit het centrale standpunt van den gekruisten Christus, ons over zeker onderwerp leert. En als dan de inzender, behalve den tekst uit Thessal., ook de Openbaring leest, dan zal hij zien, dat de antichrist zich niet maar tegen God, doch tegen Christus verzet. Voor Johannes op Patmos gaat het om de tegenstelling tusschen de groote zondige wereldmacht en de kleine Christelijke Kerk. Zie ook zijn brieven. Daar wordt het antichristelijke bepaald naar de verhouding tegenover het dogma van den Christus.

3. Inzender schijnt te meenen, dat in 2 Thess. sprake ia van een antichrist, die dan nog weer wat anders zou zijn dan de groote, die nog gruwelijker dan de paus is, volgens zijn zienswijze. Maar dat is een vergissing. Juist 2 Thess. 2 spreekt van den grooten, den eenen antichrist. Er staat niet: een mensch der zonde; ook niet: een zoon des verderfs, doch: de mensch van de zonde, de zoon des verderfs. Het Grieksch gebruikt met nadruk het bepaalde lidwoord.


B. Vervolgens merkt de inzender op:

„Volgens Gods Woord is alle macht, welke zich openlijk of in ’t verborgen tegen God verheft de antichrist. Een paus, welke de Christenen laat vermoorden op grond van ketterij, kan moeilijk een Christen zijn, daar hij tegen of (anti) Christus is, al beweerden de toenmalige pausen, dat de kerk de dood der ketters niet wenschte, doch ze overgaf aan de wereldlijke macht, (welke stond onder de heerschappij der kerk), was het hun plicht geweest om evenals Jezus voor zijn vijanden te bidden, doch ze niet aan de wereldlijke macht over te leveren”.

Ik zou hierop het volgende willen antwoorden:

1. Natuurlijk heeft de paus anti-christelijke dingen gedaan. Bij hoopen! Maar: inzender ook. En ik ook. En wij allen. Alle zonde is anti-christelijk in wezen. Maar daarom gaat het nog niet aan alle zondaren anti-christelijk te noemen. Want de Antichrist is DE mensch der zonde, de GROOTE definitieve geweldigste tegenspreker.

2. De paus had moeten bidden voor de ketters, zegt inzender. Hij deed het niet, dus: hij is de antiohrist. Met uw verlof, geachte inzender, hoe vaak bidt U voor de ketters? En een ander? Ik doe niets af van de groote zonden van het pausdom; maar ik doe ook geen zier af van de onze. De paus ie vaak consequenter, al is het een valsche coneequentie, dan wie b.v. op de Roomschen scheldt, en de groote ketters, die van Jezus Christus en dien gekruist niets hebben moeten, in soepelheid mee laat commandeeren over de inrichting van zijn geestelijke behuizing.

3. De rookende brandstapels getuigen tegen Rome. Volkomen juist. De zuchten der Damasceensche Christenen en der gekerkerde discipelen van Jezus getuigen tegen Paulus. Was daarom Paulus vóór zijn bekeering een antichrist, ook maar in de verte? Het lijkt er niet op. Want de Antichrist zal openlijk zich richten tegen Christus en zich nooit op hem beroepen. Juist omgekeerd, zal hij publiek Christus vervloeken. Maar Paulus meende „Gode een dienst te doen”. Vale pausen hebben het ook gemeend. Het anti-christelijke ligt niet in de daad alleen, doch ook in de bedoeling, den levenswortel, waaruit ze opkomt. Iemand als de paus, die beweert geen macht te hebben tenzij door Christus’ zelf, en die alleen op Christus’ bevel zegt te steunen, KAN geen antichrist zijn Dat is begripsverwarring. Want de Antichrist zal van Christus en zijn gezag zelfs de gedachte vervloeken.


C. Daarna schrijft inzender over het getal 666. Ik had o.m. geschreven, dat het wel wat vreemd is, aan te nemen, dat Johannes, die voor geen mensch benauwd was, als het profetisch woord een getuigenis eischt, dat Johannes, zeg ik, in een zekere geheimtaal zou gesproken hebben, door in een cijfer een naam van een mensch te verstoppen. Men herinnert zich de verklaring, dat 666 een getal zou zijn, dat den naam van een keizer (Nero) of van een machthebber te Rome (Lateinos) zou verbergen. De Hebreeuwsche en Grieksche letterteekens worden ook als cijfers gebruikt, en nu zou Johannes den naam dien hij niet noemen durfde, hebben omgetooverd in een cijfer, verkregen door de optelling van de getalswaarde van iedere letter in dien naam.

Inzender neemt het nu nog eens op voor die verouderde „verklaring” en merkt dan tegenover mijn bestrijding dit op:

„Men behoeft uit de getallen der Openbaring geen geheimtaal te lezen, daar de toen levende Christenen heel goed wisten wat er moest gebeuren, 2 Thess. 2 : 5 waarin de apostel zijn gemeente nog eens duidelijk er op wijst, de verborgen dingen gezegd te hebben, toen hij nog bij hen was, daar wordt ook geen verdere uitlegging gegeven, welke dingen de antichrist wederhield *), doch daar die punten in de gemeenten behandeld waren, wist iedereen wel wat er mede bedoeld werd”.

Ik antwoord:

1. Juist omdat die eerste Christenen zoo goed wisten, wat wij nog niet goed weten, was het niet noodig, verstoppertje te spelen met een naam die op aller lippen brandde: Nero.

2. Ik heb niet gezegd dat Johannes volgens deze hypothese den naam van den vijandigen keizer wilde verbergen voor de christelijke lezers, (dat zou ook al te vreemd zijn) maar voor de onchristelijke. Gelooft inzender dat Johannes zoo bang was voor de wraak van de wereld? Gelooft hij dat hij niet meer zeggen durft, wat en wien hij op het oog heeft?

3. Den meesten schijn van wetenschappelijkheid zou nog de verklaring hebben, die in 666 Nero meent terug te vinden. Maar dat is maar één keizer. En Johannes is zich bewust te moeten getuigen op een manier die vele natiën, volken, koningen raakt (slot van hoofdstuk 10). Valt daar de paus van Rome ook al onder? Wie een beetje begrip heeft van het organiach karakter der profetie, kan weten, dat zelfs indien 666 den naam „Lateinos” zou verbergen, Johannes geen oogenblik gedacht kan hebben aan een paus. Hoogstens aan een keizerlijke macht, die zich in Rome ontwikkelen kon. De profetie laat den band met den oogenblikkelijken toestand van het heden nooit los. En het woord Lateinos kan niet worden losgemaakt, als men het er in lezen wil, van de keizerlijke macht. Zelfs op dit standpunt moet men de gedachte aan den paus loslaten. Want zijn macht is heel iets anders dan die der Romeinsche keizers. Het ie werkelijk frappant, hoezeer die verklaring spot, spot, spot met de eenvoudigste begrippen van bijbel uitlegging, zooals die in de gereformeerde wetenschap is opgekomen en beproefd gevonden.


D. Vervolgens merkte ik op, dat het wèl wat al te vreemd zou zijn, dat men behalve een heele reeks van Grieksche en Latijnsche en Hebreeuwsche woorden, ook een stapel Duitsche, Fransche en zelfs Nederlandsche woorden opgescharreld heeft, die volgens het bekende recept als uitkomet geven 666. Inzender schijnt het met die bewering eens te zijn. Hij schrijft althans:

„Over taalkennis van Johannes behoeft geen verband gezocht te worden; toen Jezus gekruisigd werd stond boven het kruis „Jezus de Nazarener de Koning der Joden”, in drie talen, en wel Hebreeuwsch, Grieksch en Latijn; nu kunnen wij aannemen, dat dit de hoofdtalen waren der wereld en als men dan zooals U aangeeft die namen der antichristelijke machten in die drie talen de getalswaarde der letters optelt, dan blijkt daaruit, dat wij geen verdere talen noodig hebben en als het dan in andere talen ook 666 wordt, dan is dat nog meer bewijs, doch niet noodzakelijk”.

Overigens merk ik ook tegenover die dingen nog op:

1. Heel wat namen, ook in de „3 hoofdtalen” gegeven voor 666, waren Johannes volstrekt niet bekend. Ze zijn woordvormingen en ze geven woordverbindingen, die eerst uit véél later tijd afkomstig zijn.

2. Dat het een bewijs te meer zou zijn, dat het kunststukje ook in andere talen uit komt, geef ik niet toe. Laat ons eens zien. Inzender — ik mag zijn naam noemen — is: Heer Johannes A. Lommers, boekbinder, cartonnagefabriek, van de Molslaan in Delft.

Nu gaan we even rekenen. Geef elke letter haar cijfer naar de alfabetische volgorde. Dan krijgen we

Heer (8, 5, 5, 18) = 36.

Johannes (10, 15, 8, 1, 14, 14; 5, 19) 86.

A = 1.

Lommers (12, 15, 13, 13, 5, 18, 19) = 95.

boekbinder (2, 15, 5, 11, 2, 9, 14, 4, 5, 18) = 95.

cartonnagefabriek (3, 1, 18, 20, 15, 14, 14, 1, 7, 5, 6, 1, 2, 18, 9, 5, 11) = 150.

van (22, 1, 14) = 37.

de (4, 5) = 9.

Molslaan (13, 15, 12, 19, 12, 1, 1, 14) = 87.

in (9, 14) = 23.

Delft (4, 5, 12, 6, 20) = 47.

En nu gaan we optellen, dan komt er: 36, 86, 1, 95, 95, 150, 37, 9, 87, 23, 47 = 666.

Nu even nadenken. U zegt, dat, wanneer ook andere dan de 3 hoofdtalen het kunstje mogelijk maken, dit een bewijs te meer is, dat die manier van doen goed is. Daarin ligt niet alleen de gedachte, dat Willem V van Oranje (op wien de aardigheid ook in ernst is toegepast) ook al de antichrist is, maar dat ook uw eigen naam plus adres plus bedrijf een schakel vormt in deze antichristelijke reeks. Gelooft U dat? Ik niet! En U zeker ook niet? Maar dan moet U dit argument ook opgeven. Heelemaal. Want ik heb ’t nu zonder veel moeite met uw naam klaargespeeld. Ik weet zeker, dat U ’t óók met den mijnen kunt doen. En met ieders naam. Maar laten we dan ook breken met deze onlogische redeneermethode.


E. Ten slotte schrijft inzender:

„Dat alle getallen in Openbaring zinnebeeldig zijn, is mijns inziens toch wel wat al te kras. Openb. 1, als er een zaligspreking aan een boek verbonden is, wanneer men zulks leest en de woorden bewaart, dan kan zooiets toch niet geheel zinnebeeldig wezen, daar een profetie, welke zooals in Openb. voor het einde der eeuwen geschreven is nu geheel voor de tegenwoordig levende menschheid geschreven daar anders de profetie niet tot zijn recht komt zoo moeten de getallen daarin genoemd wel degelijk met van God geopend verstand bezien worden en dan zijn de cijfers in ’t geheel niet zinnebeeldig”.

Op deze opmerkingen is geen breed antwoord noodig. Dat (in het apocalyptisch gedeelte) de getallen der Openbaring zinnebeeldig bedoeld zijn, is met verscheiden argumenten te staven, en de enkele, die ik in mijn vorig artikel noemde, zijn door inzender niet bestreden. Trouwens, over de beteekenis der apocalyps en haar uitlegging is al zoo veel geschreven. Inzender leze maar eens de werken van Dr. Greydanus (de Openb. v. Joh.), Dr. de Moor (de Hemel geopend) en Dr. V. Hepp, De Antichrist. Ja, maar . . . zoo schrijft hij, wij moeten de woorden van de profetie bewaren. Volkomen deel ik die gedachte. Bewaren beteekent juist: uitleggen, in den zin, die door de woorden zelf vereischt wordt. En wie apocalyptische beelden tendeele vergeestelijkt, tendeele letterlijk opvat, heeft een exegese, die op twee gedachten hinkt. De beelden der Openb. sluiten elkaar uit, de voorstellingen worden onmogelijkheden, zoodra men ze letterlijk wil voorstellen. Maar naam ze als uitdrukking in uiterlijke vormen van gedachten Gods — en alles begint voor u te leven. In de artikelen over De Openb. v. Joh. en de Soc. kwestie heb ik over die dingen in meer rechtstreeksch verband gesproken, en daarom zwijg ik er over; ook al, omdat op verzoek van vele Delftsche vrienden deze artikelen in boekvorm (eenigszins omgewerkt) worden uitgegeven binnen niet al te langen tijd bij den Heer W.D. Meinema. Om niet meer te noemen: hoe kan men letterlijk opvatten de maat van de muren van het nieuwe Jeruzalem: 144 el en 12000 stadiën? En de 144000? Men lette eens op het 12-tal in Openb. 121, 2112 ,2114v, 2119v, 222; 44; en op het 7-tal in verschillende berekening: 1113, 1214 (de helft van 7).

*

Met opzet heb ik dezen keer iets breeder de polemiek beantwoord (ik nam het geheele stuk van den Heer Lommers over), dan in den regel in dit blaadje mogelijk is. Ik deed dat, in de overtuiging, dat alles wat helpen kan om het onhoudbare denkbeeld, dat Rome de Antichrist is, te bestrijden, zijn nut heeft. Wie Rome den Antichrist noemt, weet òf niet wat Rome is, òf niet, wat de Antichrist is. En de tijd is veel te ernstig voor waandenkbeelden. Als het gevaar dreigt, moeten we den goeden kant uitzien en het niet wachten van rechts, als het komt van links. Anders wordt men in den rug aangevallen. Rome bestrijden is vaak plicht; maar wie tegen Rome vecht op zoo’n manier, dat hij de oogen aluit voor het groote gevaar, dat van elders komt, die heeft het Christendom een kwaden dienst gedaan.


K. S.




a. Vgl. ‘Over het getal 666’, Gereformeerde Kerkbode van Delft 11 (1923v) 13 (26 mei 1923).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000