Nog eens: kraantje en krantje

Gereformeerde Kerkbode van Delft

11e jaargang
Delft 1923v
nummer 2 (geen paginering) (10 maart 1923)

a



Een belangstellend lezer wijst me erop dat in mijn vorig artikel de Delftsche Courant niet genoemd is. Toch wordt dit dagblad door zeer velen van onze menschen gelezen en komt het op uit dezelfde levensbeschouwing, althans voor een gedeelte, als de andere bladen die ik noemde.

Terwijl ik dankzeg voor de belangstelling in deze aangelegenheid, zou ik willen antwoorden, dat de gevallen niet geheel gelijk staan. Er kunnen menschen zijn, die òf om hun zaken òf in ’t algemeen door hun plicht om mee te leven met het leven van Delft, verplicht zijn, zich op een orgaan te abonneeren dat speciaal Delftsch is. Konden wij iets daartegenover stellen, dat aan zulke menschen genoeg bood, dan zou de zaak gemakkelijk zijn. Nu is dat niet zoo. Een weekblad als Hou Koers kan natuurlijk niet zooveel geven als een dagblad, dat nog wel met andere verbonden is.

Toch ben ik den vrager dankbaar, dat hij nog eens op dit aambeeld gehamerd heeft. Tenslotte is de conclusie, dat wij allen den plicht moeten erkennen, om Hou Koers zooveel mogelijk te steunen. Want ik ben er zeker van, dat, indien wij allen onder ons eigen antirevolutionair weekblad onze schouders zetten, er nog heel wat gebeuren kan. Adres: uitgever van dit blad.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. ‘Van het kraantje en het krantje’, Gereformeerde Kerkbode van Delft 10 (1922v) 52 (24 februari 1923).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000