Hosanna

Gereformeerde Kerkbode van Delft

10e jaargang
Delft 1922v
nummer 51 (geen paginering) (17 februari 1923)

a

Muziek en reclame — die hooren niet bij elkaar.

Ik maak dan ook heusch geen reclame voor de uitvoering van de Geref. Zangvereeniging „Hosanna”, die voornemens is 22 Febr. ’23, zoodra de klok acht uur geslagen heeft, in Stads Doelen een uitvoering te geven.

Ik zeg alleen maar: komt.

En ik zeg dat tot allen.

Als ge van muziek houdt, is het onnoodig op te wekken tot bijwoning van een uitvoering, waar aan ’t orgel zitten zal de directeur, onze organist de heer J.H. Storm, waar als solist (voor fluit) optreden wil de heer A. Best, wiens naam in dit geval symbolisch is, als we bedenken, dat hij leeraar is aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar de koorwerken worden uitgevoerd met begeleiding door het Rotterdamsch Strijkorkest en het concert-orgel van Hosanna, en waar het programma slechts één vervelend nummer hebben zal, een nummer dat dan ook haast onuitstaanbaar is: de pauze. Zulke liefhebbers van muziek watertanden al zonder dat men één woord nog spreekt.

En de anderen? Die zeggen, dat ze niet er van houden? Dat ze niet muzikaal zijn?

Ook tot hen zou ik zeggen: wanhoop nooit. Voor alle goede gaven — op het terrein der gemeene gratie, gelijk we, om geen remonstrantschen naam te krijgen er voorzichtigheidshalve bijvoegen — is onze ziel min of meer toegankelijk, als we ons maar oefenen. Het genieten van muziek moet ook worden beoefend en, waar de Heer Storm den avond leidt, daar zal de poging om voor de muziek uw zieletoegangen te openen op zichzelf reeds een weldadige operatie zijn, die een gevoel van lust achterlaat.

Komt nu als ’t u belieft en laat niet, terwijl we den mond vol hebben van „het opeischen van elk terrein des levens voor de eere Gods” de kunst over aan de wereld. Als we het meenen met ons klagen over de verleidende kunst bij de wereld, moeten we ook alles, wat zich van ónzen kant op dat gebied beweegt, nooit alleen laten staan.

Dit is geen reclame.

Dit is meer. Het is — ik wil niet overdrijven — ook een soort beginsel-kwestie, die ik zóó zou willen stellen.

K. S.

a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.