§ 22. Geloofsvooroordeel, wederom
§ 26. Gods wil tot straf over de aangeboren zonden
§ 27. Gods wil tot straf over de werkelijke zonden
§ 30. Ons geloofsvooroordeel en onze belijdenis aangaande de eenvoudigheid van God
§ 31. De eisch van satisfactie gaat voorop
§ 32. De goede wijze van satisfactie
§ 33. Satisfactie niet in onze competentie
§ 34. Satisfactie geen remplaçantenwerk
§ 35. De beteekenis van het woord middelaar
§ 37. Verbonds-, geen scheppingsmiddelaar
§ 38. Het type, in den vrederaad getoond
§ 39. Geen Middelaar, tenzij waarachtig mensch: homoi-ousios
§ 40. Geen Middelaar, tenzij rechtvaardig mensch: homoi-hosios
§ 41. Geen Middelaar, tenzij waarachtig God (homo-ousios en homo-hosios)
Terug naar overzicht boeken en brochures