Doopsbediening vóór of na de preek

De Bazuin. Weekblad ter bevordering van de belangen van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Officieel orgaan van de Theologische School te Kampen

73e jaargang, onder redactie van H. Bouwman, Kampen (J.H. Kok) 1925
nummer 2 (geen paginering) (9 januari 1925)

a



De kerkeraad van Aalten besloot, de bediening van den doop te doen geschieden, niet meer na, maar voor de preek. Andere kerken namen eenzelfde besluit en kwamen dus ook op de bediening van den doop na de preek terug. Uit praktisch oogpunt zal menig ouder het besluit toejuichen, en menig predikant niet minder; aangezien heel wat dominees na een uur preeken nog wel een half uur door kunnen spreken maar niet gemakkelijk een kwartier meer kunnen lezen. En de opvatting, dat eerst het Woord moet komen, en dan het sacrament, heeft ongetwijfeld ook haar recht tot op zekere hoogte. Maar consequent is het dan, ook die kerken tot de orde te roepen, die vanwege den tijd de avondmaalsbediening aanvangen zonder preek. Ook mogen wie zoo spreken niet in een avonddienst bij de „dankzegging” de preek houden na de vooropgestelde avondmaalsbediening, waarbij het heele formulier immers ook geleze nwordt. Maar het argument boet veel van zijn kracht in, als men in de formulieren ziet een uittreksel van wat de Schrift over den doop leert; catechismuspredking wordt onder ons óók als bediening des Woords gekenschetst, al ontbreken de vroeger gebruikelijke teksten, waarop, gelijk als uit vele andere plaatsen der Heilige Schrift (daar zat ’m de kneep juist) de leer van de Zondagsafdeeling gegrond verklaard werd. In dit geval heeft dus de praktijk te beslissen.


K. S.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001