Volk, Notenkraker en Voorwaarts contra Bazuin
De Bazuin. Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. (Ten voordeele van de Theologische School te Kampen)
71e jaargang, onder redactie van H. Bouwman, Kampen (J.H. Kok) 1923
nummer 20 (geen paginering) (19 mei 1923)
a
De roode heeren hebben niet veel verstand van kerkelijke bladen. Verleden week herinnerde ik reeds aan Het Volk. De malle vergissing van dit blad gaf aan De Voorwaarts een hoofdartikel in de pen waarin de dominee, die de gezwollen wateren van den nieuwen zondvloed zou hebben uitgevonden, het lot der bespotting onderging, dat de redacteur van Het Volk verdiend had, die uit zn gezwollen duim deze groezeligheden gezogen had.
En behalve het Voorwaarts-geschimp over gekruist geloof komt zelfs de Notenkraker aldus los:
Dominé Schilder heet hij,
En in felle kleuren weet hij
Te schilderen, welk gevaar ons dreigt,
Als t aantal gemengde huwlijken stijgt.
En weet gij dan niet, o zondaars,
Zoo schalt hij in De Bazuin,
Hoe eens de wateren stegen
Hoog boven der bergen kruin,
Om daarde schoon te spoelen
Van t vuile menschengeslacht,
Dat door zijn gemengde huwlijk
Gespot had met s Heeren macht?
Och, best dominé Schilder,
Al rijzen in schitterend tal
Uw scholen uit Hollands bodem,
Al wordt der menschen val
Den kinderkens voorgehouden
Al teekent ge scherp en fel
t Gemengde huwelijksleven
Als voorportaal van de hel,
Geen zondvloed bluscht zondige min,
En ik vrees maar al te zeer,
Dat Amor, die eeuwige heiden,
Blind blijft voor de ware leer.
Th. v.d. S.
En alzoo is het dan geschied, dat één domheidje van één redacteur van Het Volk zijn publiek liet gnuiven, de Voorwaarts deed schrijven, den Notenkraker liet rijmen over iets, dat wij heelemaal niet gelooven . . . een nieuwen zondvloed. Dat zijn dan de menschen, die den mond vol hebben van volksverdomming!
K. S.
a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. In je geloof trouwen, of . . ., Onze Prinsenstad, 1e (1923v) 39, 42, 43 (14-18 mei 1923).
|