Klaas Dijk aan dr K. Schilder 7 april 1936
Archief Prof. Dr. K. Schilder, doos Correspondentie C-F.
Archief- en Documentatiecentrum van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen
a
Vertrouwelijk
s-Gravenhage, 7 April 36. Thomsonlaan 6
Amice,
Nog altijd wacht ik op je nader bescheid over Impetas brief. Ik snap er niet veel van. I. praat over de proffenbenoeming in t bijzijn van 6 anderen; vertelt dat den Hartogh mijn naam heeft genoemd; herhaalt dit tegenover studs in Kampen, zoodat vanuit K. hier t gerucht doordringt en de menschen mij vragen, of ik naar K. ga, en nu zn verwondering. Hij heeft toch zich misdragen. Mijn condities waren deze:
1º de combinatie van de vakken, zooals Hoekstra deze had, wordt niet gehandhaafd; wijsbeg. en gesch. v/d philos. worde aan een ander opgedragen, en bij de ambtel. vakken komen bv. Symboliek of Chr. Religie òf een ander dogmatol. vak;
2º het salaris worde zóó geregeld, dat bij 20 of meer dienstjaren als pred. de eerste verhooging terstond inga;
3º dit was meer een verklaring van mijn opvatting: bij psychologie overheersche niet het psychologische en paedagogische maar het theologische; dus geen leerstoel, zooals Waterink heeft, maar psych. in onmiddellijk verband met de ambtel. vakken.
Dit laatste moest ik wel verklaren, omdat enkelen mij te oud vinden om me nog heelemaal in de Psych. enz. in te werken. Ik vrees, dat mijn cand. op mn leeftijd zal afstuiten. En je begrijpt, dat ik me niet kan blootstellen aan een échec òf in t Curat. òf op de Synode. Bovendien is t voor mij de vraag na alles gehoord te hebben of ik in mn tegenwoordige positie niet nog beter werk kan doen in onze samenwerking. Denk daar eens over na; dan is t beste, dat je beiden met Kraan komt; en noem dan Ks publicaties.
Vale
t.t.
[Dijk]
a.
|