De Antichrist

Nieuwe Vlaardingsche Courant

42e jaargang, Vlaardingen (Dorsman & Odé) 1919
No. 4291, Woensdag 16 April 1919

a



Voor de Jongelingsvereeniging op Geref. grondslag „Soli Deo Gloria” trad Donderdagavond in het goed gevulde kerkgebouw aan den Binnensingel als spreker op, Ds. K. Schilder, met het onderwerp: „De Antichrist”.

Er ligt tusschen het wereldbegin en het wereldeinde een bange worsteling, aldus spr., en begin en einde is dan ook een bange tegenstelling. Men zegt, in het begin der wereld was de chaos, de tegen-orde, maar hoe kan Gods ordenende hand, een chaos, een wanorde scheppen? Daarom is een geschapen chaos een onding. De chaos, het wanordelijke is niet geweest, maar moet nog komen. Chaos is Satan en de komende chaos aan het eind der wereld zal bewerkt worden door den Antichrist. Het zal de laatste schitterende krachtproef zijn van Satan. In het begin kwam hij als een dier met menschenstem en sprak van vrede, aan het einde zal hij komen als een mensch met dierenstem, roepende den oorlog uit; een oorlogsverklaring aan den hemel.

De Antichrist. Vanwaar die naam en wat is de beteekenis? Die naam is aan den Bijbel ontleend en komt zoowel in het Oude als in het Nieuwe Testament voor. De profeten, o.a. Zacharia en Daniël spreken van groote ellende, van een stormloop der verwoesting, welke Gods volk zal uitzuiveren. Als typen van den gruwel der verwoesting worden genoemd „Magog” en Antiochus Epifanes.

In het Nieuwe Testament wordt er duidelijker over gesproken. Jezus spreekt van den Pseudo-christ en den Antichrist. De Pseudochristussen zullen de messias-idee vervalschen, ze loswikkelen van Jezus, de Zoon van Maria, en zullen de komst van den Antichrist voorbereiden. 1 Joh. 1 : 18 onderscheidt den Antichrist van de antichristenen en Paulus wijst in 2 Thess. 2 er met nadruk op, dat de antichristelijke macht zich niet alleen zal belichamen in stammen of volken maar in één persoon: dè mensch der zonde. De Antichrist zal zijn de vleeschwording van het Woord Satans, zooals Christus het vleeschgeworden Woord Gods is. Niet als aller dienstknecht zal hij komen, zooals Jezus, maar als aller heer en hij zal in den tempel Gods aangebeden worden, zooals men nu reeds kan lezen, hoe in de kerken de revolutie gepredikt wordt.

De Openbaring van Johannes teekent den Antichrist in schrikwekkende kleuren en al sluit Johannes zich aan bij hetgeen hijzelf beleeft en ziet hij in den Antichrist en het Beest de Romeinsche keizers, hij ziet ook verder. Het is ook profetie. Het teekent het laatste der dagen. Het boek is zoo belangrijk, omdat het ronduit zegt waarheen het gaat, nl. naar de menschwording Satans. Hij komt daarin op uit de onheilige drievuldigheid, drie machten der zonde: de draak, het beest uit de zee en het beest uit de aarde geheeten, gedreven door één begeerte.

De draak is Satan zelf. Het Grieksche woord beteekent zeer scherp zien en heeft denzelfde wortel als het woord voor slang in die taal.

Het beest uit de zee is de Antichrist. De zee is het symbool van de volkerenwereld. Mensch en Satan reiken hierin elkaar de hand.

Zijn getal is 666, staat er. Over dat getal is heel wat gepeinsd. Men heeft getracht het volgens de „Kabbala”, de Joodsche mystiek, te ontcijferen. Men verandert dan de cijfers in letters en plaatst ze in zekeren vorm. Men kreeg allerlei uitkomsten, o.a. Keizer Nero, de Romeinsche Keizers, de Paus, Titus, Napoleon, in 1789 zelfs onze Willem V en ten laatste, volgens ’n Spiritistische kalender, de Duitsche Keizer!

Spreker vermaakt zijn gehoor met die curiositeiten en noemt deze pogingen onzinnig.

Die getallen moeten anders opgevat worden, zij moeten symbolisch verklaard worden en dan geven zij zekere verhoudingen weer in de geestelijke wereld. Spreker gaat daar dieper op in. Nu is 7 het volmaakte getal, het getal van Gods majesteit, en 6 het getal van den mensch, zoodat 10 maal 6, maal 100 maal 6, het getal van den Antichrist, het bijna bereiken van het goddelijke uitdrukt en een lofzang is op het menschelijk kunnen.

Het beest uit de aarde is de valsche profeet, de leugengeest. Deze zal redenaar en denker, dichter en zanger zijn. Hij zal het volk verblinden en verderven met zijn schitterende gaven.

Deze onheilige drievuldigheid is een bewuste nabootsing van de goddelijke, van het Vader, Zoon en Heilige Geest. Spr. werkt dit nader uit.

Het gaat nie taan, zegt hij verder, te profeteeren, wanneer dit alles zal gebeuren. Zoo vaak reeds is dit in het theologiseerend Nederland geschied. Er zijn vele antichristussen geweest, in de dagen van Johannes en daarna. Maar onze tijd is geweldig, en schijnt een voorbereiding en inleiding van het einde. Het is als met een koortslijder. Er zijn rustpoozen in de koorts, maar zij worden korter, het tempo wordt sneller naar het einde.

Spreker dringt er ten slotte op aan, op de teekenen der tijden te letten, wijst op den afval op allerlei gebied, door allerlei dwaalleer, als Spiritisme en Theosophie, en door de omverwerping van goddelijke en zedelijke ordinantiën, en spoort aan, trouw te blijven aan de belijdenis. Alleen door de ervaring van de genade Gods in Christus zal men staande kunnen blijven en het einde zal niet zijn de Antichrist, maar Jezus Christus. Uit den nacht tot het licht.




a. Te vinden in Stadsarchief Vlaardingen, Plein Emaus 5, 3135 JN Vlaardingen.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001