v.O.

„Neutraliteit” ontmaskerd

Hou Koers! Delft’s Anti-Revolutionair Weekblad

1e jaargang, onder redactie van het Bestuur van de Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging „Nederland en Oranje” te Delft
Delft (A. van Oel & Zoon) 1921v
nummer 1 (tweede blad) (2 maart 1921)

a



Vorige week gaf de „Delftsche Courant” onder „Kerk en School” een stukje uit de „Gorinchemsche Kerkbode”, van de hand van Ds. Schilder.

Te oordeelen naar dat artikeltje scheen het de bedoeling van dezen predikant, eens duidelijk te doen uitkomen, welke onsmakelijke kost op de Geref. kansels wordt opgedischt.

Toch blijkt dit bij informatie allerminst juist te zijn, en zij die, als schrijver dezes, kennis namen van Ds. Schilders betoog in genoemde Kerkbode, en kunnen onderscheiden op „gereformeerd” terrein, beamen ten volle wat door Ds. S. eens duidelijk word tin het licht gesteld.

’t Ligt niet in de bedoeling van den Gorinchemschen predikant de aandacht te vestigen op enkele sprekers, die zich „op den kansel” allerlei vrijheden veroorloven, platvloers en alles vergeestelijkend, hun gehoor willen doen genieten.

Neen, de uitknipsels, in de „Delftsche Courant” opgenomen, en waarschijnlijk uit de „N. Rott. Ct.” overgenomen, zijn producten van de „neutrale” schaar, waardoor zoo menigmaal de kern van een betoog wordt uitgeknipt en naar den prullenmand wordt verwezen.

Zoo ook hier.

Het artikel van Ds. Schilder gaat niet in de eerste plaats over de sprekers, maar over de hoorders, die met tweeërlei maatstaf meten.

Zie hier wat de Gorinchemsche predikant zegt, en met zijn betoog zullen zeer velen het eens zijn.

Ik herinner me, hoe diezelfde menschen, die hun dominee (een ander dan deze gunsteling) kwalijk nemen, dat hij over andere teksten spreekt dan die in het middelpunt van ’t evangelie liggen, of al duizend maal bepreekt zijn, van dezen volksprediker dezen wel zeer buitenissigen tekst gaarne accepteerden en met onverholen bewondering zijn uitvinder en inlegger prezen; hoe dezelfde menschen, die een meer in waarheid tot hen afdalenden prediker zoo gauw komen aandragen met de een of andere passage uit de een of andere „bron”, waarmee dominee in strijd kwam, na deze preek al hun Henry’s en Dächsel’s hebben dichtgelaten, of ’t moest zijn, om nog eens te bewijzen, dat zulke schrijvers er toch maar niet zooveel uit wisten te halen als deze dominee, die bij het volk in de gratie stond, ondanks deze nog al gedurfde tekstverdraaiing.

En nu versta men mij niet verkeerd.

Ik bedoel niet te lasteren. Wat ik hier gezegd heb is waar, maar namen heb ik niet genoemd en niemand die ’t niet weet, kan uit mijn artikeltje de namen van de predikers in kwestie opdiepen.

Ik wil evenmin generaliseeren. Dankbaar erken ik, dat van ons gereformeerde volk zeer velen nauwkeurig aanvoelen paren aan rechtvaardige oordeelvelling.

Ik bedoel nog veel minder te vermaken. Ik schrijf dit stukje niet glimlachend en niet om curiositeiten te verhalen.

Ik schrijf eigenlijk met weemoed. Zijn die vele klagers, na zoo langdurige opvoeding nòg niet in staat om beter te onderscheiden?

En is het „keurende” publiek nog niet zóó eerlijk, dat het rechtvaardig keurt en niet den eenen dominee in de hoogte steekt ter oorzake van wat bij een ander de punten van aanklacht zijn?

Is het niet schandelijk, dat de een alles mag, de ander niets? Dat de balk van een lieveling niet eens een splinter is, en de splinter van wie zijn best in eenvoudigheid doet een balk wordt? Dat vooroordeel in de plaats treedt van het oordeel en dat menigen dominee de vracht al afgenomen wordt vóór hij van wal steekt?

En dat de eene predikant komt tot hetgeen de oude schrijvers noemden: het „non posse peccare”, en de ander altijd zuchten blijft onder zijn vonnis van „non posse non peccare”?

Hetgeen, vrij vertaald, ongeveer dit inhoudt, dat Ds. A. altijd geliefkoosd wordt ondanks vele gebreken, om welker wezenlijke of vermeende aanwezigheid, geheel of gedeeltelijk, Ds. B. altijd en altijd in den hoek moet staan?


K. S.

Weer dus uit uw huis dergelijke „leugenaars” die met het heiligste spotten.


v. O.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. K. Schilder, ‘Tweeërlei weegschaal’, Gereformeerde Kerkbode Classis Gorinchem 8 (1920v) 10 (5 februari 1921).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001