Wel vriendelijk?

Woord en Geest. Gereformeerd weekblad

1e jaargang, onder redactie van J.G. Geelkerken e.a.
Baarn (Bosch & Keuning) 1925v
18,137 (19 februari 1926)

a



„Niet vriendelijk” — onder dit opschrift gaf ik in het vorig nummer een aanhaling uit een brief, door mij ontvangen naar aanleiding van mijn optreden in een bidstond voor de Vrije Universiteit.

Ds. K. Schilder van Oegstgeest deelt mij mede — en hij verzoekt mij dit ook aan de lezers van ons blad mede te deelen — dat de schrijver van dien brief is „een rondloopend krankzinnige, die behalve brieven en theologische disputen over Loevestein en Willem I niet veel kwaad doet, en daarom niet naar een gesticht gestuurd wordt.”

Aan dit verzoek van Ds. Schilder wordt hierbij voldaan.

Natuurlijk zonder in ’t minst eenige verantwoordelijkheid op mij te nemen voor den inhoud dezer mededeeling, waarvoor Ds. Schilder verantwoordelijk is en blijft.

Alleen zou ik aan mijn geachten collega willen vragen: is dit uw schrijven wel vriendelijk?


v.d. B.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd. Vgl. K. Schilder, ‘Oude plunje’, Leidsche Kerkbode 5 (1926v) 12 (23 juli 1926).







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000