H.S.S. Kuyper
Mejuffrouw Kuyper werd 1 October 1870 te Amsterdam geboren als dochter van Dr. A. Kuyper, destijds predikant te Amsterdam.
Haar eerste onderwijs ontving zij in den winter van 1876 op een Fransche school te Nice, vervolgens bezocht zij de school van Mr. Eerbeek en Mej. M.J. Kruyt, Den Haag; Mej. J.M. Sielof, Amsterdam; tenslotte de kostschool van Mej. M.C. Muller te Brussel (1886-1887).
Van haar vader ontving zij onderwijs in Bijbelsche Geschiedenis, Catechismus en Geloofsleer.
In 1898 behaalde zij de hulp-acte L.O.
Gedurende 10 jaren (1891-1901) volgde zij de colleges van Dr. A. Kuyper aan de Vrije Universiteit in Ned. Letterkunde, Linguestiek en Aesthetiek.
Zeer veel had zij te danken aan den persoonlijken omgang met haar vader en zijn medestanders op kerkelijk, politiek en wetenschappelijk gebied; vooral ook aan het lezen van haars vaders werken, en (sinds 1885) van Standaard en Heraut; voorts aan haar reizen in Rusland, Amerika, Italië, Engeland, Duitschland, Zwitserland, Tirol en Frankrijk, waarover zij haar bekende reisbeschrijvingen gaf.
Twee maal was zij Regeeringsafgevaardigde. In 1903 als secretaresse van de Nederlandsche afdeeling der tentoonstelling De Wereld van het Kind te Petersburg: (Brieven uit Rusland). In 1919 als raadgeefster inzake het vrouwenvraagstuk ter 1e Intern. Arbeidsconferentie te Washington. (Tweede reis naar Amerika).
Haar lezingen dateeren sinds 1909.
De onderwerpen zijn zeer uiteenloopend: Bijbelsch |92| onderwerpen, Reisbeschrijvingen, Politiek, Letterkunde, Vrouwenvraagstuk, Propaganda-lezingen voor Gereformeerde Jeugdorganisaties. Opmerkelijk is, dat, in de meeste plaatsen waar zij lezingen hield, zij de eerste vrouw was, die dit deed.
Haar functies in dienst van het christelijk sociaal leven zijn vele, zooals: lid van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, secretaresse van het Nederlandsch Comité voor het Hollandsch-Hongaarsche Meisjeshuis te Gödöllö.
Behalve het Eere-presidentschap en lidmaatschap van de Commissie van Advies van den Bond van Meisjesvereenigingen op Gereformeerden Grondslag, is zij hoofdredactrice van het Bonds-orgaan Bouwen en Bewaren. Van de tijdschriften waaraan zij medewerkte, die reeds ter ziele zijn, kunnen genoemd worden: De Ster, Bloesem en Vrucht, Hollandia, Opgang, Ons Tijdschrift, terwijl in latere jaren geregeld bijdragen verschijnen in Timotheus, Op den Uitkijk, Christelijk Vrouwenleven enz.. Voorts verschenen bijdragen in de Amerikaansche Tijdschriften The Outlook en Every Land.
In De Standaard verzorgt zij sinds Juli 1921 een vaste rubriek Brieven aan een verre vriending.
Haar debuut, een schets in Hollandia, verschenen op 10 Nov. 1894, getiteld Een Reisontmoeting, werd in 1925 afzonderlijk uitgegeven.
Op 11 Juni 1913 werd zij benoemd tot lid van de Nederlandsche Maatschappij van Letterkunde.
Wanneer men het werk van Mej. H.S.S. Kuyper overziet, valt het aanstonds op, dat haar talent, in meer dan één opzicht verwant aan dat van haar vader, van wiens genialen geest iets op haar overging, zich op meer dan één terrein heeft ontplooid.
Haar vlotte journalistiek, op zn hoogtepunt in de voortreffelijke reisbeschrijvingen, vorderde al spoedig haar beste krachten.
Bij den roman-(dagboek) Vacantie in Engeland, een origineel, frisch verhaal, is het vrijwel gebleven, wat de belletrie betreft, behalve dan de bundels Van het Licht, dat schijnt in de duisternis, Van Liefdes leed, In Liefdes licht, Voorbijgangers en de journalistiek.
De beteekenis van Mej. Kuypers werk is dan ook vóór alles |93| sociaal. Als dochter van den grooten Nederlander Kuyper, kreeg zij door de jaren een geheel eigen plaats in het geestelijk leven der kleine luyden, wier geestelijke ontwikkeling zij met haar veelzijdig talent, reeds bijna veertig jaar dient.
BIBLIOGRAFIE:
Romans, Novellen en Verzen:
1895 Eene reisontmoeting. Voor vrouwen en meisjes.
1906 Van het Licht, dat schijnt in de duisternis, 3e druk.
Duitsche vertaling: Vom Licht, das in die Finsternis leuchtet door P. Kaltschmidt, 2e druk.
1911 Vacantie in Engeland, 2e druk.
1923 Van Liefdes leed.
1924 In Liefdes licht.
1926 Voorbijgangers.
Reisbeschrijvingen:
1905 Brieven uit Rusland.
1907 Een half jaar in Amerika, 2e druk.
1912 Brieven uit de bergen (Zwitserland, Zuid-Beieren, Meran).
1913 Van heinde en ver, (bloemlezing uit reisbeschrijvingen).
1913 In het land van Guido Gezelle, 2e druk.
1918 Hongarije; (Herinneringen eener Hollandsche vrouw).
1921 Lentedagen in Italië.
1921 Tweede reis naar Amerika (rondom de eerste Internationale Arbeidsconferentie te Washington).
In voorbereiding:
Reisbeschrijving Frankrijk: Van Frankrijk voorheen en thans.
Algemeene Werken:
1892 Verjaardag-Album, met mottos uit de werken van Dr. A. Kuyper; 2e druk.
1896 Zaken-register op E Voto Dordraceno (verklaring van den Heidelbergschen Catechismus) van Dr. A. Kuyper; (tekstregister van J.H. Kuyper).
1909 Hendrik Hudson in Hollands dienst (Naar aanleiding van het Amerikaansche derde eeuwfeest ter gedachtenis van Hudsons opvaren van de rivier, die naar hem genoemd is).
1918 De Kuyper-legende (niet in den handel). Ter gelegenheid van Dr. A. Kuypers 80sten verjaardag.
1918 Als dood en leven kampen, in: Toch victorie.
1919 Paulus, levenswerk, loopbaan, lijdensweg. |94|
1919 De A.R.-partij in Wat vrouwen moeten weten. De voornaamste staatkundige partijen geschetst voor vrouwen en meisjes.
1919 Bouwen en bewaren (rede), 2e druk.
1920 De Pilgrimfathers in Nederland.
1921 De levensavond van Dr. A. Kuyper, door H.S.S. en J.H. Kuyper, 3e druk.
1921 Binnenshuis en buitenshuis (rede).
1922 Waar het om gaat. Proeve van politieke voorlichting der Anti-Revolutionaire vrouw
1922 Moederschapzorg. (Uitgave van de Dr. Abraham Kuyper-stichting).
1922 Herinneringen van de Oude Garde aan den persoon en den levensarbeid van Dr. A. Kuyper. Verzameld en voorzien van toelichting door H.S.S. en J.H. Kuyper.
1923 Een nieuwe toekomst en een nieuwe taak (rede).
1923 Gedenck-clancken bijdrage in: Na vijf en twintig jaren. Zilveren regeerings-jubileum van H.M. de Koningin.
1924 Moeder Eva (biografie).
1925 Mid-Zomer Kerstdroom op Kasteel Westhoeve (Kerstboek 1925).
1927 Antons kruis. (Vrij naar het Engelsch).
1928 Onze verwachting (rede).
1928 De gave om zich te geven, (bijdrage in het gedenkboek van den 70sten verjaardag van H.M. de Koningin-Moeder).
1929 De Anti-Revolutionaire vrouw en de politiek, (bijdrage in Schrift en Historie, gedenkboek vijftigjarig jubileum A.R.-partij).
1930 Calvinisme and the Womens Question, toespraak gehouden voor de leden der Sovereign Grace Union.
Vertalingen:
1900 Het leven van Frances Ridley Havergal, door hare zuster, Maria V.G. Havergal. (Uit het Engelsch).
1902 De lelie van ons Vorstenhuis, door Caroline Atwater Mason. (Uit het Amerikaansch). 6e druk.
1903 Het teeken des kruises. Een verhaal uit den tijd van Nero, door Wilson Barett. (Uit het Engelsch). 3e druk.
1908 Gulden vensteren, door Laura E. Richards. (Uit het Amerikaansch).
1910 Toen onze Koningin een Prinsesje was, door Miss E. Saxton Winter. (Uit het Engelsch). 2e druk.
1917 De positie van Nederland, door Dr. A. Kuyper. (Uit het Duitsch).
|