[De Synode van Assen]

De Heraut voor de Gereformeerde Kerken in Nederland

onder redactie van H.H. Kuyper e.a., Amsterdam (De Heraut)
Nr. 2499 (13 december 1925)

a



Zooals gemeld wordt, heeft de Particuliere Synode van Drenthe hetgeen voorloopig door den Kerkeraad van Assen bepaald was omtrent den tijd en plaats van de samenkomst der buitengewone Generale Synode, goedgekeurd. De buitengewone Generale Synode zal dus 28 Jan. te Assen saamkomen en de Kerkeraad van Assen heeft ook de Hoogleeraren van in de Theolgie aan de School te Kampen en aan de Vrije Universiteit als praeadviseurs der Synode uitgenoodigd. De leiding van den bidstond, die vooraf zal gehouden worden, is aan Dr de Moor, den praeses der vorige Synode, opgedragen.

Het zonderlinge voorstel van een drietal kerken in de Classis Haarlem om een buitengewone Particuliere Synode van Noord-Holland saam te roepen, die dan de heele zaak van Dr Geelkerken formeel en materieel behandelen zou, wat feitelijk hierop neerkwam, dat de saamroeping van de buitengewone Generale Synode voor niets geschied zou zijn, is, naar men ons mededeelt, door de Classis Haarlem met groote meerderheid verworpen. De Classis heeft daarmede getoond den weg der sabotage niet te willen inslaan.

De buitengewone Generale Synode komt dus bijeen. En waar er nog altoos voor enkelen twijfel over schijnt te bestaan, of er wel genoegzaam reden was tot het houden dezer buitengewone Synode, zal op de Synode zelf daarover wel het noodige licht ontstoken worden. Dat de thans verschenen acta van de Noord-Hollandsche Synode daarover nog niet genoeg licht verspreiden, zooals Prof. Bouwman in de Bazuin opmerkt, moge juist zijn, er zit achter deze quaestie ook veel meer, dan uit de Acta der particuliere Synode van Noord-Holland blijken kan. Bovendien mag ook niet vergeten worden, dat de Classis Amsterdam en de Synode van Noord-Holland hierin gehandeld hebben op het eenparig advies der hoogleeraren. En deze zullen ongetwijfeld op de Generale Synode bereid zijn de gronden aan te geven, waarop dit advies rustte. Dan zal wel blijken, welke zeer ernstige redenen ere waren om tot dezen buitengewonen maatregel over te gaan.

Over de wijze, waarop de Synode haar taak zal te vervullen hebben, worden in onze kerkelijke pers reeds allerlei stemmen vernomen. De een wil, dat de Generale Synode niets zal doen en de geheele zaak weer terug zal zenden naar de Classis Amsterdam. Een ander, dat de Synode een dogmatische uitspraak zal doen over het Paradijsverhaal of over de juiste methode van de Schriftverklaring. Een derde, dat de Synode geen beslissing zal nemen, maar alleen een advies zal geven aan de Classis Amsterdam, hoe zij verder te handelen heeft. Al keuren we het zeker niet af, dat zulke adviezen gegeven worden, toch meenen we ons zelf daarvan te moeten onthouden. De Generale Synode zal te beraadslagen en te beslissen hebben, hoe ze in deze zaak heeft te handelen. En aan haar wijsheid kan dit worden overgelaten.

Wat alleen wel noodig is, is dat er veel gebed opga tot God den Heere, opdat Hij de mannen, die hier onze Kerken vertegenwoordigen en in haar naam beslissen zullen, met Zijnen Heiligen Geest nabij moge zijn. Toen ik in Zuid-Afrika was, trof het me, dat in elke Kerk een bidstond werd gehouden voor de Synode, die saamkomen zou. Er zou reden wezen om te vragen, of althans ditmaal deze goede gewoonte onzer Zuid-Afrikaansche broeders hier geen navolging moge vinden. Een bepaalde uitnoodiging van de Classis ’s Gravenhage, die met het uitschrijven van een bidstond belast is, zou hiervoor niet eens noodig zijn. Elke Kerk kan hiertoe zelfstandig besluiten. En in die geheiligde gebedsstemming saamkomende, zal onze Generale Synode te meer allen menschelijken hartstocht kunnen verre houden en alleen bezield worden door de gedachte, wat het meest tot stichting onzer Kerken, tot het vasthouden van Gods Woord en tot de eere Gods strekken kan.


H. H. K.




a. Niet eerder opnieuw gepubliceerd.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2001