Handelingen van het Tweede Congres voor Gereformeerde Evangelisatie

op Woensdag 3 Mei 1916 gehouden te Rotterdam

Amsterdam (W. Kirchner) [1916]

a



DEN LEZER HEIL!


Het Comité heeft bij dezen het genoegen, aan te bieden de Handelingen van het tweede Congres voor Gereformeerde Evangelisatie. Met dankbaarheid mogen wij op de gehouden samenkomsten terugzien. De opkomst was nòg grooter dan die van het eerste Congres. Was het programma ditmaal soberder, daardoor kon nu meer tijd beschikbaar worden gesteld voor rustige en principieele bespreking.

Duidelijk is door het Congres aan het licht gekomen, dat de Gereformeerde Kerken thans staan in het teeken der Evangelisatie. Moge het tweede Congres krachtig er toe medewerken, om dit teeken al scherper te belijnen.

Aan de medewerkende corporatiën betuigt het Comité hartelijk dank voor de milde offervaardigheid, ons nu weder betoond. Met name aan het Traktaatgenootschap „Filippus” en aan de Zondagsschoolvereeniging „Jachin”, die in de financieele lasten weder het leeuwenaandeel hebben bijgedragen.

Dank ook aan de onderscheidene Classes en aan de vele Kerkeraden voor het zenden van afgevaardigden, waardoor zulk een groote opkomst is verkregen.

Inzonderheid stemde het tot blijdschap, dat zoo groot getal Dienaren des Woords het Congres heeft bijgewoond. Hierdoor wordt de goede hoop voor de toekomst van het werk der Evangelisatie verlevendigd. De predikanten zijn leidende voorgangers, banierdragers der heilige beginselen, van wier getuigenis onder den zegen des Heeren bezielende kracht kan uitgaan.

Wij hopen, dat ernstige kennisneming van deze Acta vooral hun, die van oordeel zijn, dat afvaardiging naar een niet-kerkelijke samenkomst niet op den weg der Kerkeraden ligt, doe zien, hoe dit meer formeele bezwaar van verre niet opweegt tegen het groot materieel belang, dat door een Congres krachtig wordt bevorderd.

De eerste vrucht eener levendige Evangelisatie-beweging komt aan de Kerk zelf ten goede. Schier allerwegen wordt geklaagd over geestelijke koudheid en dorheid. Welnu, wie koud is, ga |6| aan het werk; hij zal er door verwarmd worden. Hij wekke ook anderen op, zich aan te gorden; opdat ze bezield worden met een geest van ontfermend mededoogen, ten einde het licht des Evangelies te doen schijnen in steeds meer donkere harten en donkere levens.

Moge door het tweede Congres, in de tweede handelsstad van ,ons land gehouden, bij zeer velen een heilige bedrijvigheid worden gewekt in den arbeid der Evangelisatie., Daarop zal het welbehagen des Heeren rusten, die gezegd heeft: „Doet handeling, totdat Ik kome.”

Worde de Kerk van Christus steeds meer doordrongen van de zegenende kracht des Evangelies voor geheel het leven in al zijn verhoudingen. Overal waar de zonde wonden sloeg, moet de balsem des Evangelies worden gebracht. Dat Evangelie biedt artsenij tegen alle kwalen en nooden. Laat ons dan ons opmaken, om aan de moegedachte en moegestreden wereld van onzen tijd het oude Evangelie der genade en des vredes te verkondigen. Tot verheerlijking van den Naam onzes Gods.

Een zeer groot deel onzes volks ligt verzonken in den geestelijken nacht, waaruit alleen het licht van den Christus Gods verlossing kan brengen. Zij dan de Kerk des Heeren een heilige heuvel te midden van de dorre vlakten van on- en bijgeloof. Dat op haar altaar de offeranden des lofs en der aanbidding helder branden, en strale in wijde verte het zoeklicht van Christus’ ontfermende zondaarsliefde van haar uit.

Inzonderheid hoopt het Comité, dat de conclusie, waarbij de wensch uitgesproken werd, dat de Kerken zelve ook in de meerdere vergaderingen overwegen zullen, wat in zake de Evangelisatie principieel en practisch hare roeping is, straks krachtig weerklank moge vinden. Opdat steeds meer gehoorzaamheid worde betoond aan het nadrukkelijk gebod van den ZaJigmaker: „Ga uit in de wegen en heggen, en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde.” (Lukas 14 : 23.)

Het Comité:


L. Lindeboom, Voorzitter.

J. Douma, 2de-Voorzitter.

J.P. Tazelaar, 1ste-Secr.

A. Boot, 2de-Secr.

W. Kirchner, Penningm.

Mei 1916. |7|




Uitnoodiging aan de Kerkeraden der Gereformeerde Kerken in Nederland.


Want de Zoon des menschen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Lukas 19 : 10.


Weleerw. en Eerw. Broeders!


Aan het einde van het eerste Congres voor Gereformeerde Evangelisatie werd met bijna algemeene stemmen besloten, in 1914 weder zulk een samenkomst te houden. De bange oorlogstoestand, die aller harten verontrust en alles uit zijn natuurlijke verhoudingen losgerukt heeft, was oorzaak, dat het tweede Congres herhaaldelijk verschoven moest worden.

D.V. zal het nu worden gehouden op Woensdag den derden Mei te Rotterdam in „De Doele”. Weder zullen drie groote referaten de bespreking van belangrijke onderwerpen inleiden.

In de eerste algemeene vergadering zal Prof. L. Lindeboom optreden met het hoofdreferaat over: „Evangelisatie en Genadeverbond.”

Des namiddags zullen er twee Sectie-vergaderingen zijn. In Sectie A zal Prof. Dr. F.W. Grosheide handelen over: „Toerusting van arbeiders tot het Evangelisatiewerk.” In Sectie B zal Dr. H. Kaajan van Rotterdam spreken over de vraag: „Hoe de afgedwaalde en verwaarloosde jongelieden van onderscheiden stand en kring zijn te zoeken en te bearbeiden.”

Het Comité heeft de regeling zóó getroffen, dat er nu ruimer tijd beschikbaar zal wezen voor het debat, dan dit op het eerste Congres het geval wezen kon. Ook zal in elke Sectie-vergadering |8| nog een ondergeschikt punt aan de orde worden gesteld met een korte inleiding. Voorts zal er gelegenheid zijn tot het doen van vrije mededeelingen en vragen, den arbeid der Evangelisatie betreffende. In de avondvergadering, de sluitingsbijeenkomst, zullen Ds. G. Wielenga van Zwolle en Ds. J.P. Tazelaar van Weesp als sprekers optreden.

Dringend noodigt het Comité U uit, een of meer afgevaardigden te zenden. Opdat de deelneming zoo groot mogelijk zou kunnen zijn, werd de entrée voor elken afgevaardigde gesteld op 50 cents. Voor hen, die de Handelingen van het Congres wenschen te ontvangen, is de entrée f 1.50. De Aáa van het tweede Congres zullen verschijnen in hetzelfde formaat als die van het eerste.

Het Comité hoopt, dat de Kerkeraden door geheele of gedeeltelijke vergoeding van reis- en verblijfkosten het den Dienaren des Woords gemakkelijk willen maken, het Congres bij te wonen.

Zoo spoedig mogelijk zal het volledige programma der werkzaamheden worden gepubliceerd.

Wijl door de Pers algemeen werd uitgesproken, dat het eerste Congres uitnemend geslaagd is, verwacht het Comité, dat Gij aan deze uitnoodiging gaarne gehoor geven zult. Vriendelijk verzoeken wij U, de namen der Broeders, die door U afgevaardigd zullen worden, vóór den eersten April aan het adres van Ds. J.P. Tazelaar te Weesp te willen opgeven.

Het Congres is alleen voor leden van de Gereformeerde Kerken toegankelijk.

In 1913 is op de vergadering in „Parkzicht” gezegd, dat, zou er eenheid van gedachte komen ten aanzien van de verschillende principieele vraagstukken, bij het onderwerp „Evangelisatie” aaanhangig, eerst meer ervaring moest worden verkregen. Wij zijn nu drie jaren verder. Een gezegende invloed is van het eerste Congres uitgegaan. Allerwegen kwam er actie, zoowel op het platteland als in de steden. Dit geeft grond om te hopen, dat de samenkomst te Rotterdam ons het rechte spoor zal wijzen, om in den weg van ernstige bespreking en voortgaand onderzoek te komen tot geleidelijke oplossing van het machtig probleem der Evangelisatie.

Moge het den Heere behagen, uit genade het komende Congres daartoe dienstbaar te stellen! |9|

Deze belangrijke samenkomst in de gebeden van al de Kerken aanbevelende, zijn wij Uw dienstwillige broeders in Christus,


Het Comité voornoemd:


L. Lindeboom, Voorzitter.

J.P. Tazelaar, 1e-Secretaris.

Kampen/Weesp, 9 Maart 1916.



Eenzelfde uitnoodiging met de vereischte redactiewijzigingen werd door middel van de pers gericht aan al de corporatiën, die in den boezem van de Gereformeerde Kerken zich wijden aan den arbeid onder het verlorene. |10|




Corporaties, door wier samenwerking het Congres tot stand kwam.


De Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Jachin”.

Het Gereformeerd Traktaatgenootschap „Filippus”.

Deputaten voor de Evangelisatie der particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Groningen.

Deputaten voor Inwendige Zending der particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Drente.

Deputaten voor Evangelisatie-arbeid der particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Noord-Holland.

Deputaten voor den Evangelisatie-arbeid der particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Noord-Brabant en Limburg.

Deputaten der Gereformeerde Kerken in de Classe Heerenveen, voor den Evangelisatie-arbeid in de provincie Friesland.

De Classe Zutfen der Gereformeerde Kerken.

Commissie voor de Evangelisatie der Gereformeerde Kerk van Groningen A.

Gecommitteerden voor wijk X der Gereformeerde Kerk van Amsterdam.

Comité voor Evangelisatie-arbeid „Gideon”, uitgaande van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam.

Comité voor Strandzending te Scheveningen.




Regelings-Comité, door deze corporaties gekozen:


Prof. L. Lindeboom, te Kampen Voorzitter.
Ds. J. Douma, te Watergraafsmeer 2e-Voorzitter.
Ds. J.P. Tazelaar, te Weesp 1e-Secretaris.
A. Boot, te Groningen 2e-Secretaris.
W. Kirchner, te Amsterdam Penningmeester.



Als Plaatselijk Comité.


H.J. Tollig, Voorzitter R. van Mazijk
R. Coulander, Burg.-Roosstraat 64, Secretaris. M. van Reijn A.Pzn.
G.K. Schoep Jr.
D. Embregts. P. Singer.
J.J. Hagenbeek. J.H. Smol.
A. Kappers. E. van der Veen. |11|



Programma.


Begroetings-avond. Dinsdag 2 Mei, 8—10 uur, in de zaal „Boneski”, Coolsingel 65.

Algemeene Vergadering, Woensdag 3 Mei, 10—12.30 uur, in „De Doele”, Coolvest.

Voorzitter: Ds. J. Douma, van ’s-Gravenhage.


10.00—10.20 Opening door den 2de-Voorzitter.
10.20—11.10 Referaat door Prof. L. Lindeboom. Onderwerp: Evangelisatie en Genadeverbond.
11.10—12.10 Debat.

Pauze, 12.30—1.30 uur.


Sectievergaderingen, 1.30—3.45 uur.


Sectie A.

Voorzitter: de heer H.J. van Wijlen, Directeur van de Gereformeerde Kweekschool te Rotterdam.

Secretaris: de heer C. Tazelaar, Cand. in de Nederl. Letteren.


1.30—2.15 Referaat van Prof. Dr. F.W. Grosheide. Onderwerp: Toerusting van arbeiders tot het Evangelisatiewerk
2.15—3.00 Debat.
3.00—3.15 Inleiding door: Dr. W.G. Harrenstein, van Noord-scharwoude. Onderwerp: Evangelisatie onder de Studenten.
3.15—3.45 Debat.

Sectie B.

Voorzitter: Dr. J.G. Scheurer, van Ermeloo.

Secretaris: de heer G.O. Donner, Theol. Stud.


1.30—2.15 Referaat van Dr. H. Kaajan. Onderwerp: Hoe de afgedwaalde en verwaarloosde jongelieden van onderscheiden stand en kring zijn te zoeken en te bearbeiden.
2.15—3.00 Debat. |12|
3.00—3.15 Inleiding door den heer G. Baas Kz., van Zaandam. Onderwerp: Arbeid onder kellners.
3.15—3.45 Debat.

Tweede Algemeene Vergadering, 3.45—5 uur.

Voorzitter: Prof. L. Lindeboom.


Kort verslag van het werk der Sectiën.

Vaststelling van eventueele conclusiën.

Bespreking der uitgave van een Orgaan, ter voorlichting en organiseering van den Evangelisatie-arbeid. In te leiden door het Comité.

Mededeelingen en vragen, het werk der Evangelisatie betreffend.

Sluiting.


Openbare samenkomst, 8—9.30 uur, in de Nieuwe Westerkerk (Ammenstraat 23).


Sprekers: Ds. G. Wielenga, van Zwolle.
Ds. J.P. Tazelaar, van Weesp.

Voor de leden van het Congres blijven tot 7.45 plaatsen gereserveerd. |13|




Begroetings-samenkomst.


Dinsdag 2 Mei werd in de bovenzaal van „Boneski” van 8 tot 10 uur een samenkomst gehouden van de Congresleden met de broeders en zusters, die zich hadden aangeboden voor logies, ten einde met elkander kennis te maken.

Hier bleek al aanstonds, dat het werk der Evangelisatie meer en meer liefde wint. Uit verschillende provinciën des lands toch zag men predikanten en kerkeraadsleden, arbeiders in de Evangelisatie en afgevaardigden van vereenigingen, die zich dit werk ten doel stellen.

De heer H.J. Tollig, Voorzitter van het Plaatselijk Comité, sprak, nadat de saamgekomenen Psalm 89 vs. 1 hadden gezongen en hij in den gebede was voorgegaan, een hartelijk woord van welkom.

Rotterdam acht het een eer en een voorrecht, thans gastvrouwe te mogen zijn van het Congres voor Gereformeerde Evangelisatie. Wel is het voor deze stad nu niet de tijd der wittebroodsweken, maar toch hoopte hij, dat het Congres van zijn verblijf te dezer stede goede herinneringen zou medenemen.

Rotterdam, een centrum van handel en scheepvaart, heeft roepende, schreiende nooden. De meest treffende contrasten worden er aanschouwd. Naast een hoog religieus ontwikkeld leven vindt men er brute Godverzaking.

Ziende op de zware taak, valt de arbeid menigmaal zwaar en worden de arbeiders meermalen moedeloos. Daarom is het zoo goed, dat de belangstelling voor het Evangelisatiewerk in den boezem der Gereformeerde Kerken thans meer ontwaakt. Zocht men voor dezen arbeid reeds drie jaren geleden elkander te Amsterdam, thans geniet Rotterdam de eer, waar een meer sober program zal worden afgewerkt, doch ook wellicht scherper lijnen zullen kunnen worden getrokken. |14|

Dit is ten zeerste noodig. Waar er meer een zoeken naar bevrediging van geestelijke behoeften openbaar wordt, uit zich dit maar al te veel in een zich overgeven aan theosophie en magie of in voorbijgaande mystieke opwellingen, terwijl Bethlehem en Golgotha voorbijgegaan worden.

Daarom is het zoo goed, dat men met elkander saamspreekt en voeling houdt, om langs vaste lijnen het moeilijk werk der Evangelisatie te verrichten.

Aan den vooravond van het Congres spreekt de Voorzitter van het Plaatselijk Comité zijn beste wenschen uit voor het welslagen der vergaderingen.

Wij vierden juist het Paaschfeest, het feest der verrijzenis van onzen Zaligmaker. Is het niet een sterkende gedachte, dat in den opgestanen Christus de waarborg onzer zegepraal ligt? Jezus’ opstanding predikt ons: „Ik maak alle dingen nieuw.”

Zij dan onze verwachting bij al de moeilijkheden en bezwaren, aan den arbeid der Evangelisatie verbonden, van God den Heere, die alle dingen schoon zal maken op Zijn tijd.


Na dit openingswoord vernieuwden de Congresleden de kenmis met elkander, en gaven duidelijk blijk, gezellig en ongedwongen bijeen te zijn.

De onderlinge gesprekken werden op schoone wijze afgewisseld door een Dameskoor, dat onder leiding van den heer C.J. Nogarede verschillende liederen ten gehoore bracht. Ook werden de aanwezigen nog verrast op verdienstelijken solozang, die blijkbaar zeer op prijs werd gesteld.

Ds. J.P. Tazelaar van Weesp sprak als lid van het comité een enkel woord van hartelijke dankbetuiging voor de goede zorgen en vele bemoeiingen der Plaatselijke Commissie. Hij herinnerde er aan, hoe buiten de Lente haar intrede deed, en allerwegen boomen en bloemen vol knoppen waren: beloften voor de toekomst. Deze avond van het Congres biedt ook een schoone belofte voor den dag van morgen. Ook hij betuigde dank voor de liederen, die de dames ten beste hadden gegeven, en herinnerde aan de macht van het lied in den dienst der Evangelisatie.

Dit Congres, aldus besloot spreker, is het tweede, dat gehouden zal worden. Het staat alzoo in het teeken van het dubbele. Ik hoop, dat het in alles dit karakter zal dragen. Moge de liefde tot den arbeid der Evangelisatie er door worden verdubbeld, de |15| ijver er toe worden vermeerderd en vooral het gebed er voor worden vermenigvuldigd. Dan mogen wij, op grond van Gods beloften, verwachten, dat ook de zegen des Heeren in al rijker mate er op zal rusten.

Daarna dankte de heer Tollig allen, die medewerking verleend hadden voor dezen avond.

Ten slotte zongen de aanwezigen staande het danklied „Halleluja! Eeuwig dank en eere.”

Ds. J. van den Berg van Feijenoord, eindigde het samenzijn met dankzegging. |16|




a.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2004