Hoofdstuk XXXI. New-York (vervolg).


Wie iets zien wil van de drukte van New York, verzuime niet in den namiddag tegen vijf uur, wanneer de kantoren uitgaan, en de moegewerkten zich huiswaarts spoeden, zich te begeven naar de Brooklyn-Bridge, de brug, die New-York met Brooklyn verbindt.

Deze brug is een meesterstuk van bouwkunst, de grootste hangende brug tot nog toe in de wereld. De geheele lengte van de brug, met inbegrip van de toegangen, is 5990 voet (ong. 23 minuten), terwijl de afstand tusschen de pieren is 1595 voet. De breedte van de brug is 85 voet, en hare hoogte boven hoogen waterstand is 135 voet. De geweldige steenen pieren, zich 270 voet hoog verheffend boven hoogwater, zijn gebouwd op caissons, gezonken op het rotsbed van de rivier, die 45 voet beneden de wateroppervlakte is aan de zijde van Brooklyn en 80 voet aan de zijde van New-York. De geheele brug, van massief ijzer vervaardigd, hangt aan twee torens, hoog boven het midden van de brug |237| uitstekend, door middel van 4 machtig zware kabels, die van weerszijden schuin opwaarts gaan van den rotsbodem tot den torentop, en wier gewicht is 3000 ton.

Is het in het oudste gedeelte van New-York in de meeste straten druk, de drukte neemt toe naarmate gij Brooklyn Bridge nadert. Gij bevindt u als in een menschenzee. Schuivend gaat het door de volte heen om op de brug te komen. Midden op de brug staande treft u eerst recht de enorme beteekenis van deze brug. In het midden van de brug is een breede weg voor voetgangers, maar wijl tijd voor den Amerikaan geld is, gaat slechts een klein deel van het publiek de brug te voet over. Aan weerszijden van den middenweg loopt een spoorweg, die geregeld met 6 of 7 rijtuigen, alle 45 seconden gaat van New-York naar Brooklyn aan de eene zijde heen, en omgekeerd aan den anderen kant terug. Aan de buitenzijde van den spoorweg loopen electrische trams, eveneens aan de eene zijde heen, en aan den anderen kant terug, welke zoo druk loopen, dat de elkander opvolgende bijna als wagens van een spoortrein rijden. Buiten de baan van de tram is aan weerszijden nog een weg open voor vrachtwagens en rijtuigen. Volgens eene opgave in Baedeker’s United States van 1909 gaan per jaar 60 millioen menschen met den trein, 50 millioen met de tram, en ongeveer 5 millioen te voet over de brug.

Het is aangrijpend, in dat drukke uur van den dag midden op de brug dat voortgejaagde leven te aanschouwen. Rondom ons in de veelbewogen menschenzee wriemelt en woelt het alles dooreen, en aan weerszijden snorren en dreunen treinen en trams met ontzaglijke vaart u voorbij. Nauw is deze voorbij of daar raast weer een ander de andere zijde langs, en op hetzelfde oogenblik |238| dreunt aan de keerzijde weer een ander voorbij. Er is bijna geen oogenblik, dat gij door de drukte kunt heenzien naar het water van de rivier; steeds is uw oog gebonden door de beweging der treinen en trams, diesuizend en snorrend, dreunend en ratelend u voorbijglippen. Deze drukte is zoo schokkend, dat, nadat wij een poos dit schouwspel hadden gadegeslagen, mijn trouwe gastheer zich inwendig zóó aangegrepen gevoelde, dat hij verlangde spoedig deze plaats te verlaten en een rustiger oord op te zoeken.

Het verkeer in de stad wordt zeer gemakkelijk gemaakt door de vele en snelle vervoermiddelen, door de bovenen ondergrondsche treinen, door auto’s en cab’s. Wie met een subway of een elevator reizen wil, moet zich er op voorbereiden, dat kalmte, gepaard met haast, hier noodig is. Wij Nederlanders zijn veelal langzaam in onze bewegingen. In ons land loopen velen gaarne eerst rustig den trein langs om een geschikt plaatsje te vinden. „Kom ik er van daag niet, dan kom ik er morgen,” zoo schijnt hun leus. Maar de Amerikaan van New-York bezit niets van dat langzame. Hij houdt niet van aarzelen. Haastig is hij in heel zijn doen. In het spreken en in het doen van zaken, gaat hij recht op het doel af. Tijd is geld, en daarom wil hij ook vlug door de wereld.

Wanneer bv. een ondergrondsche trein huilend en razend aankomt, staan de reizigers reeds gereed. De deuren gaan open door een enkele handbeweging van den portier, die op het balkon staat, en meteen stappen de reizigers uit en in, en oogenblikkelijk daarop sluiten zich de deuren, en, of de reizigers gezeten zijn of niet, voort gaat het weer in razende vaart naar de volgende stopplaats. De portier roept waar men is, en de reizigers |239| stroomen weer uit en in. Of een tram of trein volloopt, de conducteur bemoeit er zich niet mee; wie niet een zitplaats kan bekomen, blijft staan, zich vasthoudend aan de leeren handvatten, of anderen steun zoekend. Als men maar binnen is, en aan de plaats der bestemming komt, dat is voor den Amerikaan de hoofdzaak. Veeleischend is de Amerikaan op reis niet, als hij maar vlug en gemakkelijk zijn doel bereikt.

Want hij is bovenal practisch. Veel comfort heeft hij niet noodig. In de inrichting van het huis, in de gang van het huis, in de kleeding en in het verkeer is hij een practisch en gemakkelijk mensch. Hoewel de Amerikaan bijzonder hulpvaardig en voorkomend is, is hij geen vriend van omslag en overtollige vormen.

In verband hiermede is zeker ook te verklaren de practische, maar tevens ongezellige inrichting van de restauraties en de ververschinglokalen. Dit zijn veelal smalle en diepe vertrekken, zes à zeven meter breed, aan de eene zijde een toonbank, waaraan, op krukjes gezeten, men veelal gebruikt wat men wenscht, terwijl anderen verkiezen plaats te nemen aan de smalle tafeltjes, welke zeer dicht bij elkander aan den anderen kant van het vertrek staan. Nette, ruime, gezellige restauraties, waar men, evenals in Nederland, in een flinke, luchtige zaal rustig aan een tafel met een kleiner of grooter gezelschap iets gebruiken kan, vindt men zelfs op de drukste en deftigste gedeelten van den Broadway weinig. De groote hotels daarentegen zijn uitnemend, practisch, soms zeer rijk ingericht, en bezitten ook zeer goede eetzalen.

Mijn verblijf te New-York duurde te kort, dan dat ik over het godsdienstig en kerkelijk leven in deze stad |240| een oordeel kan uitspreken. Wel bezichtigde ik enkele prachtige kerkgebouwen, soms zeer weelderig ingericht, maar, zooals algemeen bekend is, beantwoordt het godsdienstige leven niet aan de uiterlijke pracht der gebouwen. Naar mij medegedeeld werd, worden de kerken niet heel trouw bezocht, en zoekt men door allerlei reclame het volk te trekken. Doch over het algemeen werkt de kerk meer in op het uitwendig zedelijke leven, dan dat zij tracht het geestelijke leven te kweeken en op te bouwen. Geen wonder, dat de mannen des morgens in plaats van naar de kerk, naar de clubhouses, de logegebouwen gaan. En de vrouwen zijn wel voor een deel kerkelijk, maar voor een groot deel houdt de godsdienstige vrouw er meer van te werken voor de zending en voor maatschappelijken arbeid dan in den kerkelijken weg te gaan.

Waar echter de kerk zelve niet dien invloed op hare leden en op de maatschappij uitoefent, is het een zegen, dat van de zijde der geloovigen nog veel gedaan wordt aan de inwendige zending, want de zedelijke verwildering in New-York is groot. Men spreekt van vreeselijke toestanden in donker New-York. Dit is niet te verwonderen. New-York is toch de groote zeehaven, waar de volken der wereld in- en uitgaan, en waar een deel van het schuim hangen blijft, om daar het donker bedrijf van zonde en misdaad voort te zetten, of in ellende te versmachten. In een Amerikaansch blad las ik, dat in een der laatste jaren 204,919 mannen inde gevangenis terecht kwamen; 7486 werden gearresteerd wegens landlooperij; 53,741 deden aanvraag bij het stedelijk logeerhuis om onderdak; 10,000 meisjes begonnen een leven van schande, terwijl 50,000 hun ontuchtig leven voortzetten; 800 |241| mannen en vrouwen pleegden zelfmoord; en bij de 150,000 vergeten graven werd een verschrikkelijk aantal bijgevoegd. Deze cijfers geven een inzicht in de bange toestanden, die in New-York heerschen.

Voorts wonen te New-York honderdduizend heidenen, die op een groot aantal plaatsen daar hun cultus uitoefenen.

Er is hier dus een uitgebreid terrein voor zendingsarbeid, en ruimschoots gelegenheid voor het oefenen van barmhartigheid. |242|







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2004